Het was kort na de eeuwwisseling. Er was veel verontwaardiging over kinderen met een grote mond, er werd eindeloos gepraat over normen en waarden. Met een goede vriend had ik een gezellig zeilweekend achter de rug, we namen de trein terug naar huis. De trein was nogal vol, zoals wel vaker op zondagavond. Bij het overstappen was het dringen geblazen, niet iedereen had in de gaten dat er nog mensen moesten uitstappen. Bij de deur riep iemand: “Hé, even een beetje respect he mensen!”.

We zaten in de volgende trein en keken elkaar aan. Mijn vriend sprak: “Ik had zin om die kerel eens flink op z’n bek te respecteren”. Het was me uit het hart gegrepen. En als ik nu, bijna tien jaar later, hoor over de “dag van het respect”, voel ik precies diezelfde kwaadheid bovenkomen die ik toen ook voelde.

Ik ging daarom op zoek naar de reden van die ergernis. Ik vroeg me af wat het woord ‘respect’ betekent en wat mensen er meestal mee bedoelen.

Sommigen eisen op hoge toon respect van de omgeving. Anderen zeggen dat je respect moet ‘verdienen’, waarbij ze vervolgens graag plaatsnemen in de jury die bepaalt wie het wel en niet verdiend hebben. Religies verwachten ‘respect’ omdat ze al zo lang een rol spelen in de samenleving, terwijl je toch best vraagtekens kunt hebben bij die rol, laat staan bij de mythes die ze voor waarheden verkopen. Geert Wilders zegt dat hij de uitslag van de Amerikaanse verkiezingen ‘respecteert’. Alsof hij er wat aan zou kunnen veranderen. Je wordt geacht respect te hebben voor andermans mening. Maar moet dat ook als die mening onzinnig is? Moet ik respect hebben voor de mening van een fundamentalist, een broeikas-ontkenner of iemand die niet in evolutie gelooft?

Er is wel geopperd dat het van respect getuigt om eerlijke kritiek niet voor je te houden, en duidelijk te zeggen waarom je een bepaalde mening of gedrag verwerpelijk vindt. De mensen die dit in de praktijk brengen, komen er snel achter dat met ‘respect’ meestal toch iets anders wordt bedoeld. Dat het in feite gewoon de bedoeling is dat je niet teveel kritiek hebt op anderen. Maar dat dit niet met zoveel woorden gezegd wordt, terwijl er wel een moreel-superieur ondertoontje te proeven is.

De weerzin tegen deze invulling van het begrip deel ik met veel van mijn vrienden, en ik neem aan dat ik niet de enige ben. Bij de treindeur hadden we behoefte aan de feitelijke mededeling dat er nog mensen moesten uitstappen, in plaats van aan iemand die de morele held gaat uithangen.

Laat ik dan eens kijken naar prettiger situaties, en proberen de gebruikelijke holheid van het begrip te vergeten. Respect hebben voor iemand die je aardig vindt is betekenisloos. Je vind iemand gewoon aardig, en dat is normaal voor een sociaal zoogdier. Respect hebben voor iemand die een grote sportprestatie levert, is goed bezien vooral de erkenning dat die persoon geboren is met een uitzonderlijk krachtig hart-longsysteem en een monomane geest. Toen ik begon met wedstrijdfietsen, heeft het mij verbaasd hoe snel je er aan went dat sommige mensen je bij een wedstrijd elke vijf rondjes inhalen.

Respect voor abstracte zaken ligt misschien meer voor de hand. De wetenschap bijvoorbeeld. Wetenschap levert ons de best beschikbare informatie, heeft de kwaliteit van ons leven meer dan wat ook verbeterd en geeft ons een fascinerende blik in de natuur. Maar als ik zeg dat ik de wetenschap respecteer, bedoel ik dan dat? Of bedoel ik slechts dat ik me er niet tegen verzet? Ik gebruik liever die hele zin, waarin ik veel preciezer zeg wat ik van de wetenschap vind.

Nog verder in mijn zoektocht kom ik bij twee usual suspects uit, twee begrippen waarvoor iedereen geacht wordt respect te hebben. De mensheid en de natuur.

Met de mensheid kan ik snel klaar zijn. Ik hou van mensen. Ik vind mensen fascinerend. Omdat ik een mens ben, en door de natuurlijke selectie genen heb die maken dat ik van mensen houd. Had ik de genen van een willekeurig ander dier gehad, dan had ik de mens gezien als een extreem agressieve aap, het gevaarlijkste dier dat ik kende. En als ik de genen had van graan of soja, dan beschouwde ik de mensheid als een stel nuttige idioten die al mijn concurrenten uitroeien. Ik weet echt niet hoe ik ‘respect’ in deze complexe werkelijkheid moet plaatsen. Laat mij maar gewoon lekker een mens zijn dat aardig probeert te zijn voor andere mensen en andere wezens.

Moeder Natuur maakt het nog complexer. De natuur, die zich totaal niet interesseert voor het lot van de wezens die zij zelf deed evolueren. Die er geen probleem in zag om 75 miljoen jaar geleden alle dinosauriërs in één klap uit te roeien. Die wrede roofdieren liet ontstaan om ze vervolgens de hongerdood te laten sterven. Die sommige mannetjesspinnen begiftigde met de onweerstaanbare drang zichzelf op te laten eten door het vrouwtje. Die fascistische bijenwerksters hun moeder laat misbruiken als een willoze baarmachine.

Die natuur, die ik zo prachtig vind. Waar ik zoveel van houd, met al mijn morele besef. De natuur die mij ontzag inboezemt als ik door de woeste bergen van Noorwegen loop of als ik langs een onrustige Waddenzee fiets. Die onvoorstelbaar wrede, erratische, gevaarlijke natuur waar ik volledig van afhankelijk ben, daar kan ik enorm van genieten. Maar dan wel vanuit mijn high-tech buitensportjas of met het gezoem van het achterwiel op het fietspad vlak bij mijn oor. Want ik gebruik wel alle technologie die ik nodig heb om de natuur een beetje onder de duim te houden.

Heb ik dan respect voor de natuur? Ik heb geen zin om zo’n complexe verstandhouding in zo’n simpele, holle kreet samen te vatten. Als je echt graag wil, noem het dan maar zo. Maar gebruik liever een ander woord als ik er bij ben.