Enkele weken terug stond ik op de stand van Challenge op de Spezi om over mijn fietstocht naar de Noordkaap te vertellen. Al pratend over Noorwegen, en mijn foto’s voor de zoveelste keer bekijkend, kwam er een sterk verlangen naar Scandinavië boven. “Misschien” veranderde in “waarschijnlijk” in “ik denk” en uiteindelijk in “ik ga”.

Ter plekke hakte ik de knoop door. Het wordt Scandinavië deze zomer. Met drie maanden trainen kan ik ook aardig wat conditie opbouwen, ik heb meer ervaring. Mijn spullen zullen verder geoptimaliseerd zijn en de route is veel simpeler dan die door het doolhof van de Noorse kust. Het moet kunnen.

Ik heb lekker wat tijd uitgetrokken. Zes weken plus een weekend. Duizend kilometer per week. In het “gemakkelijke” Zweden moet dat geen probleem zijn, in het binnenland van Noorwegen eenvoudiger dan langs de kust. Fysiek gaat het niet gemakkelijk worden, maar waarschijnlijk lichter dan mijn Noordkaaptocht.

Zoals de meeste lezers wel uit mijn vorige post zullen hebben begrepen, ben ik na bijna acht jaar weer vrijgezel. Dat maakt dat ik op een wat andere manier met dit avontuur bezig ben. Soms voelt het als een vlucht, soms juist als een gezonde uitdaging die ik sowieso nodig had.

Het betekent in ieder geval dat deze tocht vooral een mentale krachtsinspanning zal worden. De steun per telefoon en SMS zal van mensen moeten komen met wie ik logischerwijs minder intiem ben. Eenzaamheid kan nu zomaar een issue worden, nu er thuis niet iemand is om naar te verlangen. De landschappen zullen zeker de eerste weken minder spectaculair zijn dan bij mijn vorige tocht. En nu merk ik al dat ik minder gedisciplineerd ben. Het kost me meer moeite om vroeg op te staan en op die fiets te gaan liggen. Het heilige fietsvuur brandt niet zo hard als de vorige keer.

Ik vind niet dat ik me hierdoor moet laten afschrikken. Weglopen voor de gevoelens die mij mogelijk dwars gaan zitten lost niks op. Ik wil heel graag de confrontatie aangaan met mijn gevoelens en mentale zwakheden. Ik wil leren hoe ik 900 kilometer over een rechte weg door het bos kan rijden zonder me te laten overmannen door eenzaamheid en verdriet. Er is daarvoor maar één methode: gewoon doen!

Dus ik ben begonnen met de route uit te zetten. De to-do- en boodschappenlijstjes. De trainingen. Vanmiddag heb ik mijn nieuwe tent opgezet, een reflecterend grondzeiltje op maat gemaakt en gepuzzeld op de haringen. Donderdag en vrijdag met Gijs heen en weer gefietst naar Wiebe, een mooie training en veel gezelligheid. Mijn conditie is nog lang niet wat hij vorig voorjaar was, maar na een paar uur fietsen voelde ik hoe mijn lichaam op gang begon te komen. De lange afstand zit er nog altijd in.

Nu ik zo schrijf, hoor ik het Noorden zachtjes roepen. Fluisterend bijna. Maar ik hoor het.