Het is een constatering die voor de meeste mannen als een castratie aankomt: Mensen zijn niet geschikt om motorvoertuigen te besturen. Veel te gevaarlijk. Zeker mannen met hun op onverwachte momenten opspelende testosteron moeten er niet aan beginnen. Autorijden is namelijk een taak die langdurige concentratie en aandacht voor details vraagt. Mensen zijn daar notoir slecht in. De aandacht verslapt, in de omgeving is allerlei interessants te zien en anders moet er wel ge-SMS’t, gepraat of met de radio gerommeld worden.

Machines daarentegen zijn extreem goed in concentratie. Totaal vergeten webservers reageren in een fractie van een seconde als iemand jaren later per ongeluk eens een webpagina opvraagt. Alarmsystemen blijven op scherp staan al is er in de buurt in geen jaren meer ingebroken. Zelfs als ze zeer matig onderhouden worden, vergeten de spoorbomen nooit om dicht te gaan.

Daarbij komt nog dat mensen soms heel slecht hun verantwoordelijkheid nemen. Menig automobilist zal nooit begrijpen dat zijn voertuig een levensgevaarlijke machine is, en dat de primaire verantwoordelijkheid dus bij hem ligt en niet bij potentiële slachtoffers. Machines kennen dat soort overwegingen niet. Nooit zal een stansmachine denken: “Mensen mogen zelf ook wel eens opletten dat ze hun vingers uit de buurt houden”. Zijn electronische oog let altijd op, en blokkeert de machine altijd als hij iets ziet wat er niet hoort te zijn.

Bij fietsen is dit allemaal niet zo’n punt. Fietsen zijn licht en langzaam, en kunnen dus veel minder schade aanrichten dan anderhalve ton staal die met 80 km/h aan komt zetten. Bovendien houdt lichaamsbeweging een mens scherp. De meeste fietsers stappen ook af lang voordat ze te moe worden om op te letten. Gaat vanzelf.

Maar motorvoertuigen zijn nu eenmaal groot, snel en gevaarlijk. De motor merkt er niks van als de chauffeur slaperig is of dronken, die draait wel door op een eng hoog vermogen. De besturing van zo’n ding moet je niet overlaten aan mensen. Ze zijn er gewoon niet betrouwbaar genoeg voor.

En inderdaad, er is een ontwikkeling gaande naar zelfsturende auto’s. Google is er al heel ver mee, maar zij zijn ongetwijfeld niet de enigen. Het is een kwestie van tijd totdat de zelfsturende auto commercieel verkrijgbaar is. Het gaat een stuk veiliger worden op de weg.

Maar er is ook een keerzijde. De kans is namelijk groot dat de zelfsturende auto een milieuramp wordt.

Als ik naar mijn werk fiets, moet ik een kruising over waar het lang wachten is op groen licht. Honderden auto’s rijden daar Den Haag uit richting de snelweg, terwijl een even groot aantal fietsers staat samengepropt op een veel te krap stuk fietspad. Als ik vooraan sta, tel ik altijd het aantal auto’s waar meer dan één persoon in zit. Soms kom ik tot vijf, maar meestal zijn het er minder.

Als er iets belachelijk is aan ons vervoersysteem, dan is het wel dat auto’s gemiddeld 1,2 personen vervoeren. Het dominante vervoermiddel heeft vier zitplaatsen per persoon. Deze krankzinnige verkwisting is trouwens ook het ultieme argument tegen het idee dat benzine duur zou zijn. Als brandstof een prijs zou hebben waar je iets van merkte, dan ging men wel voor één zitplaats per persoon.

Maar als we niks doen, gaat het nog erger worden. Met de zelfsturende auto zal het aantal personen per voertuig onder de 1 zakken. Ja, je leest het goed. Onder de 1.

Want wat gaat er ongetwijfeld gebeuren? Mensen gaan met de auto naar plekken waar het moeilijk parkeren is. De binnenstad, een groot kantorencomplex, een evenement, noem maar op. Ze laten zich afzetten door hun auto en sturen het ding vervolgens op pad om zelf ergens een parkeerplaats te zoeken. Een gratis parkeerplaats natuurlijk, liever 10 euro uitgegeven aan brandstof dan 5 euro aan parkeergeld. En die parkeerplaats is heel ver weg. Misschien wel in een dorp dat er niks mee te maken heeft, of langs een of ander landweggetje 15 km verderop.

En na afloop van het werken, winkelen of feesten wordt de auto weer opgeroepen en komt vanuit zijn verre schuilplaats aangereden om de eigenaar weer op te pikken. Een groot deel van de rit rijdt het ding dus helemaal leeg!

De gevolgen laten zich raden. Nog meer autokilometers. Nog meer files, vervuiling en geluidshinder. Dorpjes en touristische routes die veranderen in zeeën van automatisch geparkeerde auto’s. Mensen die eindelijk hadden ingezien dat wandelen en fietsen toch echt handiger is in een stad, vallen weer terug op de auto. Want ja die staat prima geparkeerd op dat woonerf zes kilometer verderop en je kan hem elk moment oproepen.

Als er niks gedaan wordt, is dit scenario onvermijdelijk. Het is té gemakkelijk. Veel automobilisten doen de gekste dingen om maar niet de fiets of het OV te hoeven gebruiken. En de functionaliteit van zelf een parkeerplaats zoeken is te gemakkelijk in te bouwen. Voor velen zal het zelfs de enige reden zijn om een zelfsturende auto te kopen.

Ze zijn nog niet op de markt, de zelfsturende auto’s. Er is nog tijd om dit grote gevaar tegen te gaan. Een voor de hand liggende oplossing is natuurlijk rekeningrijden. Dat is sowieso nodig, elk mobiliteitsbeleid zonder rekeningrijden is kansloos. “Lege” kilometers zou je dan extra duur kunnen maken, gecombineerd met een zeer streng parkeerbeleid.

Verder denk ik dat met name historische binnensteden een grotere autoluwe zone nodig gaan hebben. Daarin zou je dan nauwe corridors kunnen maken richting de parkeergarages die de afgelopen jaren gebouwd zijn om die autoluwe binnensteden mogelijk te maken.

Maar de echte oplossing zit natuurlijk in het formaat van de voertuigen. We moeten gewoon af van die vier, en straks zes, zitplaatsen per persoon. Zeker met zelfsturende voertuigen zijn extra zitplaatsen overbodiger dan ooit. Voor een zelfsturende auto heb je immers geen BOB nodig, niet eens een rijbewijs. Omdat hij zich automatisch aan de verkeersregels houdt, hoeft hij geen 200 km/h te kunnen. Je hebt genoeg aan een klein zuinig motortje, lichte remmen, lichte wielen en een lichte kooiconstructie. Een zelfsturend voertuig dat verdacht veel lijkt op een velomobiel: klein, eenpersoons, licht, aerodynamisch en gebouwd op bescheiden snelheden.

En met dat soort voertuigen is het automatisch parkeren opeens een stuk minder groot probleem. In het ergste geval komt het gemiddelde dan op twee zitplaatsen per persoon, en dat is toch een forse verbetering ten opzichte van de huidige situatie.

(Met dank aan Gijs Peek)