Drie weken woedt de #MeToo-storm nu. Drie zware en emotionele weken waarin slachtoffers hun verhalen delen. Waarin daders en hun handlangers steeds luidruchtiger en genadelozer terugslaan. Voor columnisten blijkt er een enorme markt te bestaan van mannen die gerustgesteld willen worden: ‘Je bent heus geen verkrachter hoor, het is gewoon wat echte mannen nu eenmaal doen’. En dan wil ik het nu ineens hebben over wat dit met mannen doet.

Ik heb er lang over getwijfeld of ik er op dit moment over moet schrijven. In deze periode waarin talloze mannen op hun wangedrag worden gewezen en mannen massaal doen alsof ze voor het eerst van seksueel geweld horen. Het voelt heel ongepast.

Maar inmiddels denk ik dat het toch nodig is. Juist nu. We moeten kijken naar wat de smoezen van de goedpraters met mannen doen. Al is het maar om mannen mee te krijgen in de strijd tegen seksueel geweld. Om ze duidelijk te maken dat de hashtag niet tegen hen gericht is, maar tegen daders en goedpraters. Maar vooral ook om één van de mechanismen te ontmantelen die seksueel geweld in stand houden.

Als ik zeg mannen, bedoel ik dit keer niet de slachtoffers die toevallig man zijn. Ik bedoel mannen in het algemeen. Geen daders, geen slachtoffers, maar gewoon de menselijke wezens met een XY-chromosoom en een piemel, die zich man voelen, als man gezien worden en dat verder prima zo vinden. Die mensen.

Elke keer als iemand schrijft dat het gewoon zo hoort dat mannen een ‘beetje doorzetten’, dat ze ‘de boel aan de gang houden‘, dat vrouwen nu eenmaal een man willen die hen ‘overmant‘, elke keer dat een ‘versiercoach’; zijn psychologische trucjes aan de man probeert te brengen, wordt de man weggezet als een seksuele bedelaar.

De vrouw heeft seks, de man wil seks, het is aan hem om te zorgen dat hij het krijgt. Hij moet aan het werk om de natuurlijke weerstand van de vrouw weg te nemen. Op welk punt het bedelen omslaat in roven, wanneer het weerstand wegnemen verandert in weerstand breken, daar ligt de ‘nuance’. Dat staat open voor discussie. Een discussie waarbij uiteraard aan de slachtoffers niks gevraagd wordt, dat zijn toch maar hysterische wijven tenslotte.

Het zal je maar gezegd worden. Jij, man, hebt een sterk en diep verlangen naar een ander, maar niemand verlangt naar jou. Jouw hele wezen wordt gegijzeld door seksuele driften, maar die persoon waar je naar verlangt, is koel en berekenend. Het lichaam van de ander is gekmakend mooi, je eigen lichaam is alleen van waarde voor zover je er mee kan domineren. Jij bent geil, maar niemand wordt geil van jou.

Onzin natuurlijk, door de bank genomen hebben vrouwen precies dezelfde verlangens als mannen. Vrouwen willen net zo goed seks, willen ook met hun tengels aan een lekker lijf zitten. Het is misschien lastig om het je voor te stellen als je niet op je eigen gender valt, maar het is gewoon echt zo.

Maar iedereen die zegt ‘het is gewoon flirten’, zegt dat mannen niet op een andere manier aan seks kunnen komen. Die ontkent dat overal vrouwen rondlopen die een man in hun bed willen. Die hamert er in: Jij vindt vrouwen lekker, maar vrouwen jou niet.

Heel typerend is het ‘Nee is heus niet altijd nee‘, dit weekend weer populair gemaakt door ene DJ Kicken. Dit idee zadelt niet alleen vrouwen, maar ook mannen met een probleem op.

Want stel dat het een keer voorkomt dat een vrouw ‘nee’; zegt terwijl ze eigenlijk ‘ja’ bedoelt, waarom moet de man daar dan iets mee? Het is dan toch haar eigen schuld dat ze niet krijgt wat ze wil? Als ik in de kroeg cola bestel terwijl ik eigenlijk bier wil, is dat toch ook niet het probleem van het barpersoneel? Ik krijg cola voor mijn neus en die moet ik afrekenen ook.

Maar als het om seks gaat, gelooft iedereen het omgekeerde. Dan is de aanname dat het de man is die per definitie seks wil en de vrouw die soms toestemming geeft. Mannen zijn machtig, mannen zijn de baas, mannen hebben het geld, maar seksueel zijn ze niks waard. Dat is de aanname.

Mannen, waar is ons zelfrespect. Als we in onszelf geloven, is het delen van de macht en het geld geen enkel probleem. En als we écht in onszelf geloven, leren we inzien dat ook wij mooi en lekker zijn. Dat wij iets te bieden hebben. Dat onze seksuele waarde niet onderdoet voor die van vrouwen. Dat die waarde zit in wie we zijn, en niet voortkomt uit agressief, dominant of manipulatief gedrag. Dat het ‘een beetje doorzetten’ en het ‘nee is niet altijd nee’ niet alleen slecht is voor vrouwen, maar ook voor onszelf.

Dat betekent we onze middelvinger opsteken naar de goedpraters van seksueel geweld. Want zij zijn degenen die ons zeggen dat we te achterlijk zijn om onze driften te beheersen. Zij zijn degenen die zeggen dat van nature niemand ons wil. Zij reduceren ons tot seksuele bedelaars. Ze doen zich voor als vrienden, maar ze zijn onze vijanden.