Op dit weblog schrijf ik er alleen terloops over, maar naast fietsen en feminisme is er een derde grote passie in mijn leven: dansen. Ik besteed er minstens evenveel vrije tijd aan als de aan de andere twee. Ik kan er uren over praten, mijmer er over als ik thuis op de bank zit of door de stad slenter. Het is mooi, het geeft rust en zorgt voor een betere lichaamshouding. Maar vooral is dans mijn muzikaliteit. Met de gitaar of andere muziekinstrumenten werd het nooit iets, maar dansen lukte wel. Ik kan nog niet bij de koffieautomaat staan zonder dat mijn voeten onbewust pasjes gaan doen.

Ik zou werkelijk niet weten wat ik zou moeten zonder dansen.

Tot vier jaar geleden ging ik hoogop een paar keer per jaar naar de disco, en dat was het dan. Maar er kwam een moment dat me opviel hoe gelukkig ik altijd was na een avondje dansen. Het was een periode waarin dingen niet zo lekker gingen in mijn leven, en daardoor viel extra op dat dansen mij iets bracht dat ik nergens anders kon vinden. Alleen het kwam er veel te weinig van.

“Waarom neem ik niet gewoon les.” Ergens viel het kwartje. Gewoon naar een dansschool gaan in plaats van in het weekend te proberen om een plek in het uitgaansleven te vinden waar de muziek te doen is, er enige ruimte is op de dansvloer en je niet wordt lastig gevallen door bezopen corpsballen en erger.

Een tijdje daarvoor had ik gedate met een vrouw die met mij op Tango wilde. Dat was zo ongeveer alles wat ik van danslessen wist. Verder wist ik alleen dat het ouderwetse stijldansen saai was en dat Salsa niet mijn muziek is.

Ik googlede tot ik een Tangoschool vond waar ik me als single kon inschrijven. En zo fietste ik op een maandagavond naar Rotterdam. Op de dansvloer stond een streng kijkende man die later de liefste dansleraar bleek die je je maar voor kunt stellen. Tien minuten later wist ik dat Tango voor het leven was.

Ik was 42 jaar.

Vanmiddag fietste ik een rondje door Midden-Delfland. Er kwam een herinnering uit mijn jeugd boven. Lagere school, ik denk tweede klas. Hoe we met school naar een balletvoorstelling gingen, en dat ik dat vreselijk vond. Ballet háátte ik. Het was het stomste ooit en nu werden wij verplicht om er naar te gaan kijken. Ik was er heel boos en verdrietig over.

Op het fietspad naast de Foppenplas begreep ik eindelijk wat er toen aan de hand was. Ik vond ballet helemaal niet stom. Ik vond het prachtig. Maar ballet was een meisjesding. En dus moest ik er verre van blijven, want het is natuurlijk ondenkbaar dat je als jongen een meisjesding leuk vindt. Vanaf dat je nauwelijks kunt staan wordt er al ingeramd dat je geen meisje mag zijn. Door iedereen, de hele wereld. Wees geen meisje.

Mijn woede was niets anders dan zelfverdediging tegen de vrijwel onweerstaanbare aantrekkingskracht van ballet. Ik voelde hoe ik de afgrond in werd gezogen en kon er alleen met blinde woede weerstand aan bieden.

Ik weet nog hoe ik in die zaal zat en probeerde niet te kijken. Hoe ik mezelf boos maakte maar dan ook weer te verlegen was om dat te uiten. Het Scapino-ballet heette dat gezelschap, dat weet ik nog.

En zo vond ik op die dag niet mijn grote liefde. Als ik toen vrij was geweest om zelf uit te vinden hoe ik een jongen wilde zijn, was ik nu een door de wol geverfde danser geweest. Wellicht in het klassiek ballet, misschien iets anders. Pas 35 jaar later, een half mensenleven, vond ik bij toeval terug wat ik nooit had gehad.

Het is natuurlijk geen toeval dat het Tango is geworden. Van alle sociale partnerdansen is deze degene die het dichtst bij ballet komt. Nu ik dit schrijf, begrijp ik opeens ook waarom ik een wat andere stijl heb dan de meeste leiders. Minder ritmisch, meer op de melodie gericht.

De feministische schrijfster bell hooks noemt het “the first act of violence”. De eerste gewelddaad die het patriarchaat van mannen eist is niet gericht tegen vrouwen of LHBTI’ers. Het is geweld tegen zichzelf. Het patriarchaat eist dat mannen, kleine jongetjes zelfs, hun eigen ziel verminken. Hun emoties wegdrukken en alle eigenschappen uitbannen die als vrouwelijk gezien worden. Doe je dat niet, dan wordt je leven een hel. Daar zorgen die andere jongens op het schoolplein wel voor, geloof me.

Vandaag begreep ik dat mijn first act of violence gericht was tegen mijn liefde voor de dans. Mijn grote liefde. Ik heb nog een half leven om het goed te maken.