Soms heb ik een vakantie binnen mijn vakantie nodig. Even een tijdje wat minder kilometers en wat meer rust, het dagelijkse ritme een beetje loslaten, wat vaker een biertje of een pizza. Het kan een uitgebreide rustdag zijn, maar ook een paar dagen fietsen over een gemakkelijk traject waarbij de wekker een uurtje later afgaat en twee koffiepauzes per dag de norm zijn.

Dit keer was al voor de start duidelijk dat het op Bornholm zou gaan gebeuren. Een eiland in het Noorden, ver van de kust. Klein genoeg om in een dag rond te fietsen, groot genoeg om een leuk stadje te herbergen. Daar zou ik bijkomen van een dikke maand hard fietsen en van de Noordelijke rust genieten.

En hoewel na de tweede week de planning van de reis alweer bij het oud papier ging, bleef Bornholm een doel. Ik had er alleen maar goede dingen over gehoord en het was geen onlogische route om vanaf het Scandinavisch Schiereiland weer aan de Duitse kust te komen.

Het is een snelle boot die mij er brengt. Zo’n grote katamaran met een belachelijk motorvermogen. Het schip vertrekt om half negen, en voor tienen komt het eiland al in zicht. Zo van deze afstand ziet de kust er spectaculair uit.

En de eerste blik op Rønne, de hoofdstad, belooft ook veel goeds. Een slanke vuurtoren, grote witte kerk, mooie oude huizen. Ik fiets langs de kade en heb enerzijds een vertrouwd gevoel, dit eiland is duidelijk Deens. Maar de toon is anders. De huizen hebben iets andere kleuren, de dakranden zijn anders dan op het vasteland.

Aanvankelijk zie ik er niet veel van, ik verlaat Rønne direct om langs de kust te fietsen. Eerst kom ik langs de camping waar ik die middag mijn tent zal opzetten, Galøkken. Vervolgens moet ik om het vliegveld heen, dat is even jammer. Maar dan komt er steeds vaker zicht over zee, tussen de bomen door. Af en toe ga ik naar een uitzichtpunt om te genieten van de klifkust. Aan de andere kant van de weg zijn vooral glooiende akkers en weilanden.

Richting de zuidwestpunt is een dorpje waar ik koffie wil drinken. Het duurt even voordat ik iets vind, en kom terecht bij een visrokerij waar ze ook koffie en een ijsje hebben.

Dat laatste is wel lekker, want het is volop zomer hier. Het soort zomer dat ik me had voorgesteld bij Bornholm. Warm en zonnig, een helder blauwe lucht, maar niet allejezus heet en altijd een frisse wind van zee.

Daarna ga ik naar het midden van het eiland, waar een groot bos is genaamd Almindingen. Dwars door dit bos loopt het Ekkodalen, een bescheiden kloof die eigenlijk een breuklijn is.

De fietsroute door Almindingen is een gravelweg die min of meer parallel aan Ekkodalen loopt, maar te ver weg om er iets van te zien. Gelukkig is er ergens een wandelpad dat mij dichterbij brengt. Een deel hiervan kan ik nog fietsen, maar het wordt meer en meer een pad dat alleen nog met een onbepakte mountainbike is te doen. Ik heb geen zin om weer in een fuik terecht te komen, dus ik zet mijn fiets tegen een rots en ga te voet verder.

Een pad naar de bodem van de kloof vind ik niet, maar wel naar de rand. Zo op het oog ziet het er niet heel speciaal uit, maar de wetenschap dat het een weinig voorkomend geologisch verschijnsel is, maakt dit toch tot een bijzonder moment.

Op de terugweg naar mijn fiets kom ik nog langs de Dronningestenen, de Koninginnesteen, een rots waarvanaf je een prachtig uitzicht hebt over het eiland.

Ik fiets verder richting de noordkust. De zee is prachtig blauw. Er zijn mooie kleine havenstadjes. In een ervan neem ik nog een keer koffiepauze, bij een bakkerij met lekker gebak. Er is een klein terras in de schaduw en dat is precies goed.

Bornholm is altijd al strategisch geweest. Ook nu nog, als buitenpost van Denemarken. En de noordhoek is het meest strategische punt van dit strategische eiland. Er is een vuurtoren, waar ik uiteraard even ga kijken. Even verderop, alweer een paar kilometer richting Rønne, is het Hammershus, een ruïne waarover ik later lees dat het de grootste kasteelruïne van Europa is.

Tegen de tijd dat ik daar ben, is er een grote regenbui over zee komen aandrijven. Op dit punt gaat hij het land op. Het levert me een spectaculaire foto van Hammershus op, maar ook een nat pak. Ik schat in dat het te kort zal duren voor een regenjas en dat ik daarna weer zal opdrogen in de zon.

Ik krijg de bui voor m’n kiezen als ik over de hoofdweg naar Rønne fiets. En na een paar kilometer is het inderdaad weer droog. Ik kan vervolgens via een zijweg naar de fietsroute pal langs het water, en daar schijnt de zon alweer volop. Er is een mooie golfslag die stukslaat op de rotsen.

Rond een uur of vijf arriveer ik op de camping. Ik heb dan bijna 120 kilometer over Bornholm gefietst, maar heb het gevoel dat ik het pas heel oppervlakkig heb leren kennen. Hier valt zoveel te zien.

Ik ga uit eten in het stadje, drink een biertje in de Irish Pub. Het is een uitstekende plek voor een rustdag. Ik ga zelfs even langs de supermarkt voor een luxe ontbijt.

Het is een eeuwigheid geleden dat ik de energie had om aandacht te besteden aan m’n ontbijt. Maar de volgende ochtend sta ik puntpaprika te bakken die ik met pesto en mozzarella eet op verse broodjes van de receptie. Het gaat te ver om dit een mijlpaal te noemen, maar het betekent dat ik nog steeds stapjes maak in het herstel van mijn burnout.

Als de was droog is, wandel ik langs het strand naar het centrum. Neem alle tijd om de mooie straatjes te bewonderen. Lunch uitgebreid bij een veganistische hipsterbar, wandel langs de haven om de kade voor de veerboot morgenvroeg te vinden.

Het is een heerlijk eiland. Mooi landschap, mooie dorpen en een stadje met een ontspannen sfeer. Wel mensen maar geen lawaai op straat. En toch duurt het heel lang voordat ik me weer een beetje fit ga voelen. Ik heb er nu zesduizend kilometer op zitten, en het waren vaak zware kilometers. Veel slechte wegen, bovengemiddeld vaak zwaar weer, en de hele tijd aan mijn plannen en routes sleutelen. De twee dagen op Bornholm zijn als vakantie-binnen-de-vakantie aan de karige kant. Ik neem me voor om straks langs de Duitse Oostzeekust het ook wat rustiger aan te doen.

Uiteindelijk zakt de vermoeidheid toch weg. Ik ga naar een restaurant en daarna opnieuw naar de Irish Pub voor een laatste biertje. En daarna nog eentje, want het is vakantie tenslotte.