Misschien wel het belangrijkste onderdeel van de voorbereiding van je reis is het vinden van een doel. Een plek waar je naar verlangt, een route die je doet wegdromen. De reden om avond aan avond over de kaart gebogen te zitten, om al die dure spullen aan te schaffen, om maandenlang te trainen. Datgene wat je motiveert om door te gaan als het slecht weer is en je een band staat te plakken naast een drukke weg.

Zo’n doel kan zomaar in je opkomen. Je kan geïnspireerd raken door de reis van iemand anders. Soms moet je er echt naar op zoek, zoals ik dit najaar.

Er zijn tegenwoordig prachtige hulpmiddelen om inspiratie te vinden. Op websites als Trento Bike Pages kun je honderden reisverhalen vinden, netjes op land gesorteerd. Panoramio laat je foto’s van elke plek op de wereld zien. In een mooie reisboekhandel als Stanley & Livingstone kun je verhalen en gidsen vinden die jou aanspreken.

Natuurlijk kun je ook op de bonnefooi gaan fietsen en wel zien waar je terecht komt. Dat klinkt heel romantisch, en er zijn ook mensen die dit doen. Ik heb het wel eens geprobeerd, en ben tot de conclusie gekomen dat de realiteit een stuk minder romantisch is. Het idee is wellicht inspirerend vooraf, eenmaal onderweg blijft daar weinig van over. Bij tegenslag inspireert het dan vooral om het bijltje er bij neer te gooien. En zoals elke ervaren fietser weet: tegenslag vergeet je, opgeven vergeet je nooit.

Vind een doel.

Als je het doel van je reis gevonden hebt, kun je beginnen aan de twee onderdelen van je voorbereiding die verreweg de meeste tijd vergen: Het uitzetten van de route en de training. Daarover gaat dit hoofdstuk.