De haringen voor mijn tent zijn dunne staafjes titanium van 2 gram. Ze houden het opmerkelijk goed, maar oor de scheerlijnen heb ik iets stevigers. Dit is vooral prettig bij het kamperen op zandgrond. Wat ik gebruik zijn oude, verbogen aluminium V-haringen van de eerder genoemde Hilleberg. Het verbogen uiteinde heb ik er afgezaagd, zodat er haringen van 6 en 8 cm overbleven. Voor dit kleine tentje is dat genoeg. Welke haring ik waar doe, is afhankelijk van de wind. Als het niet stormt gaan de lange meestal aan de grote scheerlijnen aan de zijkant en de korte aan de uiteinden van de tent.

Zowel de aluminium als de titanium haringen kun je niet in rotsige bodem slaan. Daarvoor heb ik een schroevendraaier mee. Driekwart van de handgreep heb ik afgeslepen met een slijptol, in wat resteerde heb ik gaten geboord om gewicht te besparen. Heel bewust heb ik een nieuwe, dure schroevendraaier gekocht, zodat hij van keihard staal gemaakt is. Als hamer gebruik ik een steen, die altijd wel te vinden is op plekken waar je hem nodig hebt.

Het onderzeiltje is een simpel dubbelgevouwen Bo-Camp plastic folie uit de buitensportwinkel. Ik heb het precies op maat geknipt. Dat is niet alleen lichter, het voorkomt ook dat regenwater via uitstekende randen je tent in loopt. Als ik in de winter wil kamperen, vouw ik een aluminiumfolie nooddeken in het zeiltje en zet dat vast met een paar stukjes plakband. Dat scheelt fors in de isolatie van je tent.