Als je kleding zoekt voor je fietsvakantie, moet je eerst naar de Blokker. Niet omdat ze daar nou zulke geweldige fietskleding verkopen, maar om een digitale keukenweegschaal te kopen. Want in het kiezen van de juiste kleding is vaak meer gewicht te besparen dan met het kopen van nog duurdere spullen. Twee onderbroeken die even zwaar lijken, kunnen zomaar 30 procent verschillen als je ze daadwerkelijk weegt. En dat geldt ook voor broeken, truien, sokken en jassen. Zeker als je naar koudere landen gaat, kan dit aardig optellen.
Leg dus alle kleding die je mee zou kunnen nemen op de weegschaal, en zet alles in een spreadsheet. Dat laatste klinkt wat overdreven, maar het gaat heel handig zijn wanneer je op zoek gaat naar de juiste combinaties van kleding.
In die combinaties zit het geheim van een goede fietsgarderobe. Kledingstukken die op verschillende manieren te combineren zijn, maken je garderobe flexibel. Dat is erg belangrijk voor fietsers die de bergen opzoeken of langs meridianen fietsen. Op dergelijke reizen zullen de weersomstandigheden sterk variëren. Op mijn Scandinavische reizen heb ik het warm gehad in korte broek, en koud in winterkleding. En alles er tussen in. Wil je voor al die gevallen een aparte set kleding meenemen, dan heb je volle tassen en een lege beurs.
Beter is het om verschillende dunne kledingstukken mee te nemen die als laagjes over elkaar passen. Beter een dun hemd en een dun ondershirt over elkaar dan een dik ondershirt. Een andere truc is het gebruik van beenstukken. Ze wegen bijna niks, zijn goedkoop en je vult het gat tussen korte broek en winterbroek.
Als je alle kledingstukken gewogen hebt, kun je goed zien wat de slimste combinaties zijn. Misschien kun je met twee wat dikkere kledingstukken hetzelfde als met drie dunnere, maar wat is het lichtste? Kun je een zwaar kledingstuk misschien thuislaten als je een extra ondershirtje en een muts meeneemt?
Op dit moment ziet mijn set fietskleding er als volgt uit:
- Fietsshirt met korte mouwen;
- Fietsshirt met lange mouwen;
- Fietsjasje, winddicht met volledige rits;
- Ondershirt met korte mouwen en winddichte voorkant;
- Ondershirt met lange mouwen, winddichte voorkant en rits;
- Korte fietsbroek;
- Beenstukken;
- Winterfietsbroek;
- Waterdichte winterhandschoenen.
Het komt neer op een set voor warm weer en een set voor koud weer. Met de beenstukken kan ik het gat tussen warm en koud opvullen. De ondershirtjes passen over elkaar heen en dan kan ik winterse omstandigheden aan. Het jasje kan ik ook over een fietsshirt aantrekken, voor een lange afdaling of wanneer ik even pauze neem.
In de paragrafen die onder dit hoofdstuk hangen, ga ik gedetailleerder in op dit onderwerp en geef ik tips over de juiste merken voor de ligfiets. Ook bespreek ik regenkleding, sokken, schoenen en de garderobe voor na het fietsen.
Kleding is idd lastig. Ik heb dan het voordeel in een velomobiel te rijden en dus algemeen warmer en meer beschut te zijn. Shirtjes lang/korte mouwen en gewone korte en knie fietsbroek volstaat over het algemeen. Ik heb echter na een dag fietsen ook wel zin om de bende uit te doen en om in gewone spijkerbroek de stad in te duiken. Die zijn zwaar. Misschien dat hier nog iets lichters acceptabels voor gevonden kan worden. Ook schoenen is zoiets.
Mijn kleding met gewichten:
helm 352
fietsshirt 2x 320
fietsshirt
lange mouwen 210
fietsbroek 114
fleecevest: 600
korte broek
overzeas 482
t-shirt 2x 350
spijkerbroek 900
onderbroek 3x 270
lange
fietsbroek 180 (schatting)
schoenen 800
fietsschoenen 800
regenjas 280
handoek 200
2 paar sokken 70
fietsbril 23