Vanavond heb ik mijn tent opgezet in Stege, op het eiland Møn. Een prachtig, sfeervol stadje dat je bereikt via een van de mooiste grote bruggen van Denemarken.
Stege is voor mij een bijzonder plaatsje. Ik heb er goede, maar wel beladen herinneringen aan. Lang geleden ben ik hier in één seizoen twee keer geweest. Eerst met de fiets, daarna met de botter. Beide keren lag het stadje er net zo fraai bij in het avondlicht als toen ik vandaag aan kwam rijden.
Beide keren was ik in het gezelschap van mijn ex. De tijd dat het goed ging. Achteraf gezien was die dubbele vakantie in dit gebied het hoogtepunt van de relatie. En nu ben ik er alleen.
Toen ik om vier uur vanmiddag op de GPS keek voor een geschikte overnachtingsplek, wees ik Stege aanvankelijk van de hand. Het lag op zich op een goede afstand en op het kruispunt van de twee routes die mij van Helsingør naar het Deense vasteland zullen brengen. Maar ik had even geen zin in emotionele toestanden. Dit is geen vakantie voor exposure therapy.
Toch begon ik te twijfelen. Moet ik een van de mooiste stukjes van de route laten schieten uit angst voor een herinnering? Ben ik nu echt zo’n watje? Zou ik na al die tijd nog steeds in de stress schieten door het weerzien met een plek waar ik eigenlijk alleen goede herinneringen aan heb?
Ik ging eerst maar verder in de richting van de andere twee campings die ik had uitgezocht. De hele tijd je plannen omgooien is tenslotte ook niks, zeker niet als je alleen maar wat twijfelt. Dan blijf je bezig.
Weer een paar kilometer verder stuurde ik mijn fiets in de berm om nog eens goed na te denken. Al die mooie plekken uit die tijd, die moet ik niet meer ontwijken. Ik moet ze opnieuw van mezelf maken. De beladen herinneringen moeten plaats maken voor nieuwe. Voor mijn eigen herinneringen. Herinneringen die van mij zijn en van niemand anders. En het kan best wat jaren duren voordat ik hier weer in de buurt ben. Møn opnieuw van mezelf maken, dat moet nu gebeuren. Dat moet ik niet uitstellen tot god mag weten wanneer.
Ik zette dus toch koers richting Møn. Met al het getwijfel had ik wel veel tijd verloren, om dat goed te maken zou ik hard moeten rijden en veel energie had ik niet meer.
Bij het plaatsje Praesto sloeg de twijfel weer toe. Er was hier ook een camping en als ik hier stopte, zou mijn lichaam wat extra rust krijgen. Wat geen slechte zaak zou zijn. Bijna tien minuten stond ik te twijfelen voor de oprit. Was ik nu echt zo moe, of was ik aan het ontwijken? Was 150 kilometer niet veel te weinig voor deze dag, of moest ik maar eens accepteren dat dit geen topjaar is? Ik hakte de knoop door en draaide het terrein op. Toen zag ik de matige voorzieningen van de camping en keerde weer om.
Een halve straat verder voelde ik mijn pijnlijke spieren en draaide weer om. Maar toen kwam de ergernis over mijn gedraal en ik maakte er een rondje van 360 graden van. Dit gedoe kost meer tijd en energie dan een stukje fietsen.
Het was inmiddels tien voor half zes en ik had nog dertig kilometer voor de boeg. Ik zette hem er flink tegenaan. Laat ik dan in elk geval zorgen dat ik er voor zevenen ben, dacht ik.
Ik reed beduidend harder dan ik de rest van de dag had gedaan. De GPS gaf aan dat ik ruim voor half zeven aan zou komen. Waar ik die kracht nu opeens vandaan haalde is me een raadsel.
Het licht werd zachter. De avond brak aan. De zon scheen laag over de velden, gefilterd door schapenwolken. De korenvelden en licht verkleurende bomen kregen een warme gloed. Als ik zo Stege zou zien, zou alles kloppen met mijn herinneringen.
De laatste afdaling voor de brug begon. Ik schakelde alles naar rechts en trapte zo hard mogelijk bij. Slechts af en toe hield ik de pedalen even stil om een foto te maken.
Bij de kustweg aangekomen zag ik de brug naar Møn. Hij was mooier dan ik me herinnerde.
Op het hoogste punt stopte ik even om een foto te maken van het uitzicht. Het lijkt of mijn nieuwe camera dat minder goed doet dan de oude, dus ik probeerde het ook zo goed mogelijk in mijn geheugen te prenten.
Even voor half zeven was ik op de camping. Een mooie, kleine en eenvoudige camping. Die ditmaal heel rustig was. Ik douchte in het nieuwe toiletgebouw en kookte in het oude maar perfect onderhouden keukentje. Mijn tent staat op een fijn plekje naast een picknicktafel. Het is goed hier.
Na het eten ben ik even Stege ingelopen om te zien hoe het stadje er tegenwoordig bij ligt. Om een biertje te drinken in een ander café. Om nieuwe herinneringen op te doen. Herinneringen die horen bij een nieuwe reis. Mijn reis.