Ligfietsen is een unieke sport. In geen enkele andere sport kun je op eigen kracht zo hard gaan of zulke grote afstanden afleggen. Het is één van de weinige duursporten waarbij men er niet omheen draait dat technische innovatie en fysieke prestaties een symbiose vormen. Sterker nog, daar zijn wij trots op. Dat de beste combinatie van mens en machine moge winnen.

Goed. Dat is inmiddels wel bekend. Daar gaat dit stuk dan ook niet over. Er is namelijk nog iets unieks aan ligfietsen dat nodig meer aandacht moet krijgen. En dat is de manier waarop je je lichaam inzet. Dat is een manier die fundamenteel anders is dan in elke andere sport die ik ken.

De kunst van het ligfietsen is dat je bovenlichaam ontspannen is terwijl je onderlichaam inspanning levert.

Is dat alles? Op zich wel, maar er gaat een hele wereld achter schuil. Gemakkelijk is het al helemaal niet. Het vereist ervaring, oefening, vertrouwdheid met de fiets en vooral zelfbeheersing. Het kan enerzijds je prestaties flink verhogen, en anderzijds zorgen dat je de omgeving op een heel andere, intensere manier ervaart.

Wat je in feite doet, is je lichaam in twee delen scheiden, en elke helft een heel specifieke taak geven. Het bovenlichaam is de energiefabriek. Afgezien van het besturen van de fiets doet het niets anders dan ademen, bloed rondpompen en voedsel verteren. Het onderlichaam is de motor. Je benen en billen drijven de pedalen aan, verder niets.

Op een traditionele fiets lukt dit niet. Je bent altijd met je armen bezig om trapkrachten op te vangen. Je arm-, rug- en buikspieren moeten het bovenlichaam ondersteunen en in balans houden. Bij roeien, zwemmen en hardlopen zijn je armen sowieso flink aan het werk.

Prima natuurlijk als je die spieren wilt trainen. Maar als je hard of ver wilt fietsen, kun je beter die scheiding aanbrengen tussen de energiefabriek en de motor.

Er zijn verschillende redenen waarom dit je prestaties kan verhogen. De eerste is heel eenvoudig; Alleen die spieren die direct de pedalen aandrijven, zijn aan het werk. Dit zijn de been- en bilspieren. De andere spieren doen zo weinig mogelijk, waardoor ze geen energie verkwisten. Natuurlijk, door aan je stuur te trekken kun je ook met je armspieren je pedalen aandrijven. Sprintende racefietsers doen dit. Maar dit is erg inefficiënt. De energie moet via het stuur door het balhoofd met reactiekrachten opgevangen door het voorwiel, via het frame, door de trapaslagers naar de cranks. Daar gaat erg veel bij verloren, en zodra de armspieren leeg zijn, moeten ze weer bijgetankt worden door datzelfde hart-longsysteem dat de benen van energie voorziet. Het is niet voor niets dat racefietsers meestal weer vrij snel in het zadel gaan zitten.

De tweede reden is dat je met een ontspannen bovenlijf veel dieper kunt ademen. Ik heb daar uitgebreid over geschreven in mijn stuk over klimmen op de ligfiets. Hierin komt ook de derde reden ter sprake: Ontspannen spieren kunnen melkzuur afbreken, aangespannen spieren nauwelijks.

Als je een ligfiets hebt gekozen die goed bij je lichaam past, hij is goed afgesteld en je bent er vertrouwd mee geraakt, dan is het niet zo heel moeilijk om dit te doen. Kies een goede versnelling, ontspan je bovenlichaam en laat je benen in een soepel ritme rondmalen. Maar dan komt het.

Diep gaan.

Dan wordt het lastig. Die rust bewaren terwijl je hartslag omhoog gaat, je steeds dieper ademhaalt, wanneer je je afvraagt hoe dicht je tegenstander je op de hielen zit, als je niet meer weet hoe je de top van de col moet halen. Dat is het moeilijke, dat is de kunst van het ligfietsen. Je been- en bilspieren compleet loos laten gaan, terwijl de enige beweging in je bovenlichaam die van je ademhaling is. Een diepe, intense ademhaling.

Het is ook deze combinatie van ontspannen en diep gaan tegelijkertijd, die het ligfietsen zo’n bijzondere ervaring maakt. Mediteren tijdens het afzien, een ontspanningsoefening met je hartslag op 180 slagen per minuut. De ultieme tijdrijderstrance.

Ik zie veel ligfietsers die de kunst niet beheersen. Sommige daarvan zijn veel sterker dan ik, ze rijden rondjes om mijn heen met woest heen en weer waggelende fietsen. Anderen proberen bergen te beklimmen terwijl ze zich stevig afzetten tegen de rugleuning van het stoeltje of keihard aan het stuur trekken. En er zijn er ook die hierdoor de ligfiets nooit echt lekker onder de knie krijgen en er weer van afstappen.

Zo jammer.

Het is prachtig om op deze manier te fietsen. De energiefabriek draait op een hoog vermogen, je benen lijken je vooruit te trekken. En ondertussen lig je stil genoeg om de omgeving goed in je op te nemen. Het kost tijd om deze techniek onder de knie te krijgen, het vraagt discipline om er aan vast te houden als het zwaar wordt. Maar wat is het mooi. En wat gaat het hard.