Vanochtend op Twitter riep ik dat er Universele Verklaring van de Rechten van de Fietser moest komen. Met enige hulp van andere fietsende twitteraars kwam ik tot het volgende:

Universele Verklaring van de Rechten van de Fietser, versie 1.0

  1. Het doel van een fietspad is het comfort van de fietser, en niet om ruimte te maken voor de automobilist.
  2. Ruiters en hondenbezitters die hun dier niet onder controle hebben, dienen ver uit de buurt van fietsers te blijven.
  3. Het wegdek van het fietspad dient in kwaliteit minimaal gelijk te zijn aan dat van de rijbaan.
  4. Fietsvoorzieningen dienen ook geschikt te zijn voor tandems, bakfietsen en velomobielen.
  5. Geen verbrandingsmotoren op het fietspad.
  6. Bedrijfsgebouwen en vergaderlokaties dienen te voorzien in een fietsenstalling en douchegelegenheid.
  7. Fietsers mogen niet worden achtergesteld in de voorrang.
  8. Verkeerslichten staan niet vaker of langer op rood voor fietsers dan voor auto’s. Bij mogelijk rechtsafslaand autoverkeer springt het fietserslicht als eerste op groen.
  9. Bewegwijzering dient leesbaar te zijn bij snelheden van 30 km/h of hoger. Bewegwijzering wordt ruim vóór de kruising geplaatst.
  10. Bij een fietspad naast een autoweg dienen fietsers beschermd te worden tegen verblindende koplampen, bij voorkeur zonder het uitzicht te bederven.
  11. Fietspaden dienen vrij te zijn van paaltjes, haakse hoeken en andere obstakels.

Elf punten, dat is heel wat. En het zou ook serieuze investeringen vragen om ze allemaal te realiseren. Maar als je er goed naar kijkt, zijn het helemaal geen onredelijk eisen. Eigenlijk zijn ze namelijk samen te vatten in één zin: Wij fietsers willen niet als tweederangs burgers behandeld worden.

Met onze keuze voor een klein, licht en zuinig voertuig ontlasten wij de infrastructuur, vervuilen de lucht niet, reduceren het energiegebruik, maken geen herrie en door gezonder te leven brengen we zorgkosten en ziekteverzuim omlaag. Het enige dat wij daarvoor terug willen, is niet achtergesteld worden.