Het is soms moeilijk te zeggen wat mij ertoe drijft om opnieuw de fiets te pakken en de eenzaamheid op te zoeken. Het kan het verlangen naar een magische bestemming zijn, of de behoefte om de grens van mijn fysieke kunnen op te zoeken. Soms wil ik gewoon weg vanuit de dagelijkse verplichtingen en beslommeringen. Af en toe is er een mislukte liefde die verwerkt moet worden. Maar meestal is het een onduidelijk mengsel van al deze redenen.

Dit jaar lijkt er nog weer een andere reden bijgekomen te zijn. Namelijk dat ik niet weet wat ik anders met mijn tijd moet doen. Ik heb een zee van vakantiedagen die dit jaar op moet, en ik heb geen enkele inspiratie om iets anders te doen dan fietsen. Een maatje om in de bergen te wandelen heb ik niet, de Trui ligt deze zomer op de helling. Als vrijgezel heb ik ook geen grote behoefte aan lange weekenden weg of weekjes op Vlieland.

Fietsen, dat is het voor dit jaar. En niks anders. Toen ik die conclusie getrokken had, kwam er een wervel van emotionele en sportieve overwegingen op gang die mij ertoe verleidden om er dan maar het maximale uit te halen. Er was niet langer één magische bestemming, maar een heel rijtje. Het bleek meer dan ooit nodig om afstand te nemen van het reguliere leven en de liefde. En misschien is dit wel het jaar waarin ik kan pieken, het jaar waarin ik sterker ben op de lange afstand dan ik ooit ben geweest en ooit zal zijn.

Avonden lang heb ik naar kaarten gestaard. Alle plannen die ik had moeten uitstellen wilde ik inhalen alsof dit het laatste jaar van mijn leven is. Honderd cols met een uitstapje naar Santiago de Compostella? Terug naar Noorwegen? Naar Rome en door naar Noord-Afrika? Alles leek mogelijk, maar alles leek ook net te ver of juist niet ver genoeg.

Ik weet niet meer wat de reden was dat ik nauwkeuriger naar de Åland-archipel keek. Maar ik deed het wel en ontdekte dat er een route over deze eilanden van Zweden naar Finland loopt. Met twee lange en een paar kortere veerbootovertochten fiets je zo naar de overkant van de Botnische Golf.

Daarmee had ik het ankerpunt gevonden waar ik de rest van de route aan zou vastmaken. Het betekende ook dat ik de verleiding van het Noorden weer niet had weerstaan. Ik zou in Finland en Zweden wat nieuwe routes moeten zoeken. Maar vooral moest ik bedenken wat ik in Noorwegen wilde. Welke nieuwe plekken ga ik ontdekken, en waar wil ik terugkeren? Gamvik en Hamningberg kwamen als eerste in mij boven. Beide zijn bijzondere plekjes die ook bijzonder afgelegen zijn. Zo afgelegen dat ik wellicht zal moeten kiezen.

Frankrijk trekt ook. De Honderd Cols integreren met een rondje Scandinavië is niet zo haalbaar en ook niet zo handig. Maar een flink stuk door de Alpen moet er zeker komen. Ik bedenk daarom een route die de Seine vanaf de monding volgt tot ver voorbij Parijs. Vervolgens richting Alpen, om via de Col de l’Iseran Italië binnen te gaan. Door Oostenrijk en een stukje Duitsland gaat het dan naar Tsjechië, waar ik de Elbe op wil pikken. Door het Elbsandsteingebirge voert de route terug Duitsland in.

Dan is het een kwestie van de rivier volgen tot in de buurt van Lüneburg. Daar verlaat ik de rivier en ga via Flensburg dwars door Denemarken naar Hirtshals. Vanaf hier neem ik een variant op mijn Noordkaaproute tot boven Alta. Tegen die tijd heb ik een goed beeld van mijn voortgang, en kan ik bepalen of het Gamvik wordt, Hamningberg of beide. Vervolgens kan ik via een route dicht bij de Russische grens richting Åland. Dan is het nog een stukje Denemarken, een veerboot naar Fehmarn en dan in een min of meer rechte lijn naar huis.

Afhankelijk van mijn keuzes onderweg is het 11500 à 12000 km. Twaalf weken fietsen dus. Alweer een reis die langer is dan ik ooit eerder deed.

En ook weer een reis die goede training en nauwkeurige voorbereiding vergt. Daarover heb ik helaas geen onverdeeld goed nieuws. Mijn lichaam werkt niet mee. Deze winter heb ik een zware griep gehad, waarvan ik maar langzaam herstelde. Ik heb nog maar nauwelijks lange afstanden kunnen trainen. Weekenden waarin ik enorm gemotiveerd was om te gaan trainen, moest ik op het laatste moment toch omzetten in een rustweekend. Pas nu, minder dan twee maanden voor vertrek, begin ik me sterk te voelen en krijg ik vertrouwen dat ik het kan.

Wat het erger maakte, was dat de techniek ook tegenzat. Zoals de lezer misschien heeft meegekregen, zijn mijn pedalen kapot gegaan. Na veel wikken en wegen ben ik overgestapt op een ander pedaalsysteem. De hoofdreden hiervoor was de matige verkrijgbaarheid van het systeem in Europa. Wim Schermer verkoopt het op dit moment, maar dat is maar één persoon. Zelf importeren uit de Verenigde Staten betekent dat je tientallen euro’s aan invoerrechten kwijt kunt zijn voor een setje schoenplaatjes.

Uiteindelijk koos ik voor de nieuwe Time ATAC, de XC. Een fijn, degelijk systeem dat net voldoende vrijheid geeft aan mijn voeten. Goed verkrijgbaar in Europa. De schoenplaatjes schijnen een eeuwigheid mee te gaan. Met titanium as zijn ze nauwelijks zwaarder dan mijn oude Bebops, die op hun beurt lichter waren dan de standaard-Bebops.

Maar, in alle eerlijkheid, het rijdt toch niet zo goed als Bebop. Als het bedrijf weer toegang krijgt tot de Europese markt, ga ik misschien wel weer terug.

Toen de kogel door de kerk was, kwam ik een klein probleempje tegen. De linker pedaalas wilde niet los. Hij zat vastgerot in de aluminium insert. En niet zo’n beetje vast. Een halve bus kruipolie heb ik er op leeggespoten. Twee imbussleutels zijn gesneuveld. Verwarmen, koelen, het hielp allemaal niks. Het leek er op dat ik een nieuw crankstel zou moeten kopen. Dat zou vrij zuur zijn, want de Noordkaapfujin heeft ISIS, een verouderde trapasstandaard. Een nieuw crankstel zou ook een nieuwe trapas betekenen. En er zat net een nieuwe, superlichte ISIS-trapas in.

Gelukkig vond ik in een webshop een opruiming van compact-crankstellen uit dezelfde serie. De linkercrank is identiek, dus daarmee zou ik gered zijn. Het zou me nog steeds ruim honderd euro kosten, maar dat is toch beter dan de zeshonderd die je kwijt kan zijn voor een lichte, smalle wegtripel met bijbehorende trapas.

De webshop stond alleen in Engeland. En dan gaat het allemaal niet zo snel. Ik heb een maand op mijn pakketje moeten wachten. Al die tijd kon ik dus niet op de goede fiets trainen. Met de Jester en de WAW wil het toch niet zo lekker als met de Fujin. De houding is anders, klimmen gaat niet lekker en beide fietsen vragen meer kracht om op gang te komen, waardoor ik meer op kracht train dan me lief is.

Daarna klapte mijn velg uit elkaar, waardoor ik nu met mijn oude voorwiel rijd. Ik vertrouw dat wiel niet echt, wat mij huiverig maakt om met kampeerbagage te rijden. Lekker een weekendje kilometers maken en kampeeruitrusting testen, het moet nog even wachten.

Maar het verlangen is er. Ik begin een bijna lichamelijk verlangen te krijgen naar de horizon boven mijn crankstel. Als ik naar mijn werk fiets, droom ik van eindeloze wegen door de bossen, van kleine weggetjes in Frankrijk, van loodzware hellingen. Steeds vaker heb ik zin in die simpele pastamaaltijd die ik dagelijks eet onderweg. Als ik naar bed ga, denk ik vaak met weemoed aan mijn slaapzak in dat kleine tentje.

Dat is de reden dat ik vertrouwen heb in de goede afloop. De reden dat mijn todo-list mij niet kan intimideren. Het is mijn diepste verlangen om deze grote ronde van Europa te fietsen. Ik ga het doen.