Mijn hoofd heeft rust nodig. Rust, omdat ik te hard heb geprobeerd stukken te schrijven op mijn werk. Stukken die ik eigenlijk helemaal niet kon schrijven omdat het materiaal maar niet voorhanden kwam. De afgelopen dagen heb ik gemerkt dat het dan ook vooral het taaldeel van mijn hersenen is dat is overbelast. Het deel dat met beeld bezig is, doet het prima.


Vanmiddag wandelde ik door de Delftse Hout, een van de grote parken hier. Vanaf een brug staarde ik over de Grote Plas, om vooral te kijken en zo mijn hoofd rust te geven.

Het lukte niet. Mijn hoofd begon meteen verhalen te maken over hoe ik deze zomer uitstaarde over het meer bij Ratzeburg, waarom Nederlandse meren er zo anders uitzien als Zweedse en weet ik wat allemaal. Mijn hoofd produceert schrijfmateriaal, altijd. Op de fiets, tijdens het wandelen, als ik muziek luister. Altijd.

Pas toen ik mijn camera pakte, hield het op. Toen pas waren mijn hersenen alleen nog maar bezig met beeld. En werd ik rustig, kreeg ik weer energie.

De camera moet mij gaan redden. Alleen dat ding kan het continue verhalen produceren stop zetten. Daarom: Dank aan Hugo en anderen die mij hebben geïnspireerd om meer met fotografie te gaan doen, dank aan de ingenieurs van Sony en Zeiss die zo’n prachtige camera hebben ontworpen, de programmeurs van digiKam, de mooie dames van Stoere Vrouwen Den Haag die donderdagavond voor mijn camera langs wilden wandelen, aan Ronald en Marjolein die mij motiveerden om foto’s uit te zoeken voor de beurs. Eindelijk weet ik wat ik nodig heb om uit het dal te klimmen.

En dan schrijf ik er toch weer een stukje over. Ik kan niet anders. Het is wat ik ben.

DSC09730_v1