Dit stukje zal niet overal in goede aarde vallen. En ik kan me ook best wel indenken dat sommige mensen het niet zo leuk vinden om te lezen wat ik hier schrijf. Maar mijn liefde voor de fiets in het algemeen en het reizen per fiets in het bijzonder is zo groot dat ik het toch ter discussie wil stellen.
Ik denk namelijk dat de standaard-vakantiefiets helemaal niet zo geschikt is om te reizen. Dat je voor hetzelfde bedrag een veel betere fiets zou kunnen samenstellen. Vooral ook een fiets die veel minder kans geeft op grote problemen onderweg.
Laten we eens kijken hoe de standaard-vakantiefiets er uit ziet. Hier een Santos, hier een Vittorio, hier een Idworx. Eigenlijk lijken ze allemaal op elkaar. En precies de overeenkomsten zijn de dingen waarom ik ze als ongeschikt beschouw.
Wat mij opvalt:
- Traditionele houding. Bukfiets, head-first-fiets, of normale fiets, hoe je het ook noemen wilt. Ik vind ligfietsen vrijwel per definitie beter voor de lange afstand, maar daar wil ik het nu niet over hebben.
- Naafversnelling, vrijwel altijd een Rohloff;
- Naafdynamo;
- Hydraulische velgremmen van Magura;
- En steeds vaker een getande riem in plaats van een ketting.
Deze onderdelen worden door menige vakantiefietser hoog aangeslagen. Het argument daarvoor is vrijwel altijd betrouwbaarheid. Vakantiefietsers offeren vrijwel alles op voor betrouwbaarheid: gewicht, efficiëntie, comfort. En dat begrijp ik. Onderweg sleutelen is vervelend. Alleen ik denk dat juist deze onderdelen je fiets minder betrouwbaar maken.
Om te beginnen wil ik de kwaliteit van die onderdelen relativeren. De Rohloffnaaf en Magura’s zijn misschien beter dan de goedkopere alternatieven die de fietsfabrikanten aanbieden, maar dat is geen eerlijke vergelijking. Je moet ze vergelijken met alternatieven van hetzelfde niveau. En daar gaat het mis. De gangbare vakantiefietsen worden nooit beter afgemonteerd dan met Shimano XT, en dat is op z’n best een groep uit de middenmoot. Ze verbleken bij bijvoorbeeld de betere mountainbikegroepen van SRAM. Of denk aan de waanzinnig mooie naven van DT-Swiss. Betrouwbaarder wordt het niet.
Maar zelfs al waren ze drie maal zo betrouwbaar als de onderdelen die ik kies, dan waren ze nog steeds niet geschikt voor grote reizen. Om de eenvoudige reden dat ze niet voldoen aan internationale standaarden. Een Rohloffnaaf is een ding wat verder nergens op lijkt. Hij heeft een speciale shifter, en er valt niet te sjoemelen met een derailleurshifter. Hij vraagt een speciale kettingspanner of zelfs een speciaal frame. Een speciaal tandwiel en speciaal gereedschap. Sommige hydraulische velgremmen passen op de nokken van V-brakes, maar lang niet allemaal. Bovendien is de V-brake in de mountainbikewereld vrijwel uitgestorven. En die getande riemen met bijbehorende riemschijven zijn al helemaal afwijkend.
Als je daarentegen kijkt naar de racefiets- en mountainbikewereld, zie je een aantal standaarden die op gigantische schaal worden geproduceerd en toegepast. Schijfremmen met een remschijf van 160 mm is al vele jaren de norm, en voor andere schijfdiameters zijn altijd adaptertjes beschikbaar. 9- en 10-speed cassettes volgens het Shimano/SRAM-systeem passen op dezelfde achterwielen, en ook deze worden op grote schaal gebruikt. Er is nu wel al een tijdje 11-speed op de markt, maar het zou me niet verbazen als voor mountainbikes 10-speed nog jarenlang het meest verkochte systeem blijft. En een 10-speed ketting past op zowel 9- als 10-speed systemen, dus ook daar heb je een zeer universele standaard te pakken.
Als er aan deze onderdelen iets kapot gaat, kan vrijwel elke fietsenmaker je helpen. Een ander achterwiel, kettingblad of rem, het is geen probleem. Er is altijd wel iets dat past.
Om het nog erger te maken, zijn de standaard-vakantiefietsen veel meer geïntegreerd dan reguliere sportfietsen. Beide naven hebben twee functies. Dat betekent dat als het één kapot gaat, je ook zonder het ander zit. Als je verlichting afhankelijk is van je voornaaf, betekent een kapot voorwiel dat je ook zonder verlichting zit. En dan gebruiken veel vakantiefietsers die naaf ook nog eens om hun GPS en telefoon op te laden, dus die zitten dan ook zonder energie. Tenzij je gewone opladers meeneemt als back-up. Maar als je al die zooi toch meeneemt, kun je die zware en dure naafdynamo net zo goed achterwege laten en een superlichte DT Swiss 240 in je wiel laten spaken. Wil je autonoom zijn in je elektriciteit, neem dan een zonnepaneel. Die doet het ook als je wiel niet meer draait.
En voor de versnellingsnaaf is dat natuurlijk nog erger. Als je naaf stuk gaat, en dat gebeurt af en toe echt, dan moet je achterwiel naar de fabriek in Duitsland. Een ander achterwiel monteren kan niet, want dan heb je geen versnellingen. Hetzelfde verhaal als je wiel knikt. Dan moet je de naaf overspaken. Een klusje dat je niet zomaar aan elke fietsenmaker kan overlaten.
Met standaard-mountainbikewielen heb je dat probleem niet. Elke fietsenmaker snapt die dingen, en anders is een vervangende wielset altijd wel te regelen. Als er iets stuk gaat, is er maar één ding stuk.
Bovendien is er dan vaak nog wel iets te improviseren. Als je achterderailleur niet meer schakelt, kun je hem in het midden van de cassette vastzetten. Met je voorbladen heb je dan nog altijd drie versnellingen. Daarmee haal je de volgende stad wel. Als je vervolgens in die stad alleen een derailleur kunt vinden die totaal niet compatible is met je shifter, kun je hem altijd nog wel zover krijgen dat hij twee of drie versnellingen schakelt. Gecombineerd met je voorderailleur zit je dan al op een fors bereik. Wedstrijden win je er niet mee, maar je kan er weken mee toe als het moet.
Daarom zou ik ook nooit met een riem willen rijden. Daar kun je niet even een schakeltje uit ponsen. Stuk is stuk. Het zou me verbazen als je in Frankrijk een fietsenmaker vindt die zo’n ding op voorraad heeft. In de juiste maat. Laat staan in Tibet of Marokko.
In mijn vorige vakantiefiets zat een voorwiel van een afwijkende maat. Daar heb ik zelfs in Westers Europa problemen mee gehad. Tien dagen heb ik zitten wachten op een nieuw wiel. Hoewel ik nog steeds denk dat voor Scandinavië de FujinSL een uitstekende keuze is, ben ik blij dat mijn nieuwe vakantiefiets volledig aan de meest gebruikte standaarden voldoet. Ja, je leest het goed. Het is een ligfiets, maar afgezien van de frameset is er slechts één onderdeel dat niet een standaard racefiets- of mountainbikeonderdeel is: de kettingrollen. Een reserve kost twee tientjes en weegt 35 gram. In geval van nood kun je altijd nog iets improviseren van een derailleurwieltje en een paar potdekseltjes of iets dergelijks.
De standaard-vakantiefiets is dus juist helemaal niet standaard. Hij zit vol met onderdelen waar alleen een gespecialiseerde fietsenmaker je mee kan helpen, en als ik de markt goed inschat, vind je die vooral in Duitsland en Nederland. Bij pech valt er veel minder te improviseren dan bij een fiets die is opgebouwd met standaard racefiets- en mountainbikeonderdelen. En dat voor een prijs waarvoor je ook hoogwaardige onderdelen zou kunnen hebben die wel aan de meest voorkomende standaarden voldoen.
Mijn conclusie is dat de standaard-vakantiefiets in feite een luxe stadsfiets is. Prima bruikbaar als toerfiets voor niet al te grote afstanden. Maar het is geen vakantiefiets. Ik vind het een slechte zaak dat hij wel als zodanig verkocht wordt. Duizenden euro’s voor een fiets die vrijheid belooft maar je in werkelijkheid afhankelijk maakt van de leverancier. Dat is niet wat ik versta onder eerlijk zaken doen.
Mijn luxe stadsfiets van Snel wordt inderdaad meestal verkocht als vakantiefiets. Ja, ik gebruik die fiets alleen maar als stadsfiets in Delft en omstreken. En ik ben er echt heel blij mee!
Volgens mij heb je gewoon simpelweg gelijk.
Mensen die met de Roeifiets op vakantie gaan, zijn ook afhankelijk van Derk Thijs als er echt essentiële onderdelen stuk gaan. Die fiets is ook te specialistisch.
Hallo Walter,
Groot gelijk heb je met dit verhaal, ik ben het helemaal met je eens!
Volkomen gelijk, laat niet staan dat ik fan ben van naafversnellingen en carbon wielen, bij deze graag een leverancier voor een Earospoke wiel met Shimano Alfine 11 naaf…
De fiets de vaak als vakantie fiets wordt gezien zie ik meer als een ontzettend goede woon- werk fiets, als er een keer iets misgaat laat jet het thuisfront opdraven met de auto en de fiets kan naar de fietsenmaker die hem verkocht heeft.
Het allerbelangrijkste is natuurlijk dat ook lange tijd achtereen gefietst kan worden, vandaar dat ik de ligfiets ook hiervoor zou aanraden ondanks dat ik zelf geen klimmer ben op de ligfiets en buiten Nederland is dat wel eens nodig…
Hoi Walter, je hebt helemaal gelijk, een vakantiefiets moet zo standaard mogelijk uitgevoerd worden!
Je wilt echt niet op vakantie 2 weken vast komen te zitten omdat je op een pakket met onderdelen zit te wachten, en dan nog moeten hopen dat de lokale fietsenmaker het gereedschap en de kennis heeft om je fiets te repareren…
Wat de 9/10/11 speed mountainbike spullen betreft heb ik goed nieuws voor je: Shimano 11 speed mountainbike cassettes zijn gewoon 10 speed cassettes waarbij op het binnenste tandwiel 1 extra tandwiel is vastgeschroefd, die dus niet op de freewheel-body valt. Ze gebruiken dus allemaal dezelfde naven. (Dit is trouwens niet het geval voor shimano racefiets 11 speed cassettes en naven, daarbij is de freewheel body wel langer gemaakt.)
Als blije Santosfietsreiziger moet ik toch een paar dingen rechtzetten. Ik ben het overigens met de stelling eens dat je een reisfiets met standaardonderdelen fietsend moet kunnen houden. Wat standaard is varieert daarbij overigens wel in tijd en plaats. Het is dus belangrijk om te bedenken waar je de fiets gaat inzetten. Zo waren in 2006 in Zuid-Amerika nauwelijks 28 inch MTB-velgen verkrijgbaar, terwijl dat nu met de 29-er hype waarschijnlijk alweer veranderd is.
Dan even iets over de niet-standaard Rohloffnaaf.
Als de Rohloffnaaf stuk gaat (erg kleine kans overigens), valt er inderdaad niks anders te doen dan hem naar dhr. Rohloff opsturen en dan kan het even duren voor ie weer terug is. Op asfalt en goede wegen is de kans dat een Rohloffnaaf of derailleur stuk gaat ongeveer even klein. Echter, voor ruwe wegen en paden durf ik te beweren dat de kans op een kromme derailleur een stuk groter is dan de kans op een kapotte Rohloffnaaf. Ook bij transport in vliegtuigen, bussen, pickups etc. is de kans op schade aan een derailleur groter dan aan een Rohloffnaaf, omdat een derailleur simpelweg uitsteekt. Ik weet dat jij zelf weinig gebruik maakt van dat soort paden en dat soort vervoermiddelen, maar voor veel fietsreizigers is dit wel de praktijk.
Mocht de Rohloffnaaf het toch begeven, dan kan ik een lokaal aan te schaffen achterwiel, achterderailleur en bijpassende ketting monteren op hetzelfde frame. Een passend derailleuroog zit in mijn bagage. Daarmee kun je met een 1×9 verzet verder fietsen. Voor een MTB-verzet moet daar nog een triple-crankset en voorderailleur bij. Dat is een even een klus – die ik overigens zelf kan uitvoeren, maar je kan weldegelijk verder fietsen. Mocht de Rohloffnaaf niet meer schakelen, dan kan ik met een steeksleutel de naaf in de gewenste versnelling zetten en doorfietsen. Dit kan alleen bij de variant met externe schakelbox.
Een Rohloffnaaf op een nieuwe velg spaken is overigens eenvoudiger dan een achternaaf met een tandwielblok in een nieuwe velg spaken, want niet paraplugespaakt. Ook dat is een klus die je na instructie en oefening prima zelf kan uitvoeren (done that). Het spannen van de ketting gaat door middel van het losdraaien van drie inbusboutjes en het draaien van de cranks in de excenter. Geen speciaal gereedschap voor nodig, klusje van twee minuten. Er passen 8-speed en 9-speedkettingen op de Rohloff achtertandwielen. 10-speedkettingen passen ook, maar worden afgeraden. In nood kun je daar dus wel mee verder fietsen. Overigens zie ik hier in Vietnam (en ook in Laos, Sichuan en Yunnan) nog weinig 10- en 11-speed, maar dat gaat vast veranderen.
Mijn Magura velgremmen zitten op standaard nokken voor V-remmen (geen Firmtech). Dat is een bewuste keuze. Vooralsnog zijn die in veel landen goed en zelfs beter verkrijgbaar dan schijfremmen. Hier in Vietnam heb ik in elk geval meer V-remmen dan schijfremmen gezien. Ontwikkelingen op dat vlak zijn wel belangrijk om te volgen. Idealiter is een reisfiets geschikt voor beide systemen.
Een SON lijkt mij voor op reis overbodig. Verreweg de meeste reizigers komen elke dag op plekken met elektriciteit om apparatuur op te laden en een batterypack is een prima backup als je daar niet zeker van bent. Batterijverlichting voldoet prima voor tunnels en evt. in het donker fietsen – wat op veel plekken trouwens af te raden is. Aan een riem in plaats van een ketting zie ik ook geen voordelen. Dat lijkt me meer iets voor stadsfietsen, om kettingsmeer aan kleding te voorkomen.
Touché! Vraag Walter eens hoe vaak hij op fietsvakantie buiten Europa is geweest…
Dit soort fietsen zijn voor fietsvakanties buiten Europa ontworpen, waar je dus niet zo snel een fietsenmaker tegenkomt. Alles moet vooral duizenden kilometers mee kunnen gaan.
Beste Walter,
Wat goed om te zien dat veel mensen (waaronder ikzelf) deze mening delen. Als je fiets de meest standaard onderdelen kan gebruiken dan kun je er zelf zo bijzondere- of standaard onderdelen opzetten als je wilt of de situatie het toestaat. Dat is ook de reden dat alle Vrijwiel MBB’s uitgerust zijn met gewone nokken voor V-brakes, normale stuurbuizen voor “gewone” balhoofdstellen, alleen maar standaard fietsonderdelen, 26 inch wielen en natuurlijk een stalen frame. Op deze manier kun je ook ver weg van Europa nog passende onderdelen vinden.
Mooi verhaal en mooie discussie.
Ja, simpel en gewoon blijken soms verrassend goed te voldoen. Fiets dagelijks 27km woon-werk sinds 1 juli dit jaar op mijn 17 jaar oude mountainbike met single speed. Met een diepe zithouding (dat wel) verbaas ik me hoe soepel ik langs de electrische fietsen en luxe ‘vakantiefietsen’ fiets. En onderhoud, nauwelijks nodig. Bovendien uitstekend zelf te doen en goedkoop want onderdelen overal voorradig en niet duur.
Hoe dan ook, ieder zijn keus en mag daar van harte van genieten maar stiekem toch ook leuk om anders dan mainstream zoveel van een goedkope oplossing te genieten 🙂
Groot gelijk Walter. Sterker nog zelfs dan jij stelt.
Ik heb precies zo’n niet-vakantiefiets als jij beschrijft, maar dan nog een stapje erger: frame van titanium. Als je érgens niks aan kan repareren onderweg…
Luxe stadsfiets zou ik het niet willen noemen. Want zo’n duur ding, ik zweet er peentjes mee in grotere steden. Weshalve ik zelfs in plattelandsgebied meer dan een kilo aan gehard stalen ring- en kettingsloten meezeul.
Voor gewichtsbesparing hoef je op mijn manier dus ook al geen titanium te kiezen.
Luxe stadsfiets is mijn rijwiel niet. Eerder luxe forenzenfiets. Vandaar de SON naadynamo, als forens reis ik vaak door het duister. Goeie bak licht is vooral in de wintermaanden wel lekker. Zeker op kleinere buitenwegen zonder markering.
En ja, forenzenfiets. Vandaar titanium en een riem, daar heeft zelfs pekel geen vat op. Ik ben allergisch voor roest. En ijdel: het titanium glanst nog precies even mooi als toen ik ‘m zes jaar terug kocht.
De helft van mijn kilometers rijd ik recreatief en ook daarin moet ik je gelijk geven: overwegend korte plezierritjes. Geen lange reizen.
Voor verre reizen is hooguit mijn 26″ wielmaat geschikt. Oh ja, en mijn bidons. De rest kan ik voor het echte reisrauswerk beter thuislaten. Op wereldreis heb je meer aan iets waar elke dorpssmid wat mee kan: staal bijvoorbeeld. En zoveel mogelijk standaard onderdelen. In Frankrijk kwam ik bij Vallon Pont d’Arc een keer een echte wereldfietser tegen. Hij likkebaarde van mijn fiets maar schudde toch zijn hoofd: zo’n Rohloff, leuk, maar onderweg kan je er niks mee als er eens wat mee is. Die Franzoos bepaalde zich dan ook tot zijn klassiek ogende ‘randonneur’, liefst ook wat barrelig: geen bling-bling-angst voor fietsendiefstal. En hij had gelijk.
Ik denk dat de meeste “vakantiefietsen” gekocht worden door wannabee-wereldreizigers zoals ik: in werkelijkheid forenzen en dagjesrijders van ietwat gevorderde leeftijd die eindelijk in de levensfase gekomen zijn dat ze goed geld aan een luxe-fiets uit kunnen geven. Ik zet mijn fiets dan ook geregeld even in de huiskamer neer nadat ik ‘m gewassen heb. Wat prachtig om te zien. Lekker zwijmelen.
Het helpt gelukkig wel tegen een buikje.
Ik ben het er maar half mee eens. Risico is kans x ernst. Dat balanceer je tegen andere voordelen.
Wat betreft die riem: ok, daar zie ik het voordeel niet zo van, en ketting met een drupje olie doet het prima. Op een forensen / pekelfiets is dat anders.
Die naafdynamo is een twijfelgeval. Je levert wat gewicht in, maar het is vergeleken met een gewone dynamo wel een stuk betrouwbaarder. Laat je hem weg dan ben je afhankelijk van zon of stopcontact, dat heeft ook zijn nadelen. Ik ben sowieso geen voorstander van in het donker in het buitenland rijden. Tunnels zijn een uitzondering omdat je geen keuze hebt, daar kan je maar beter echt heeeeel veel licht hebben, dan in zo’n MTB accuverlichting meer iets. Maar niet iedereen gaat naar Noorwegen of Japan.
Het ergste wat je bij Maguras kan overkomen is een gebroken leiding, vooral tijdens transport. Dat is een simpele reparatie, niet moeilijker dan kabelremmen. Voor de rest zijn ze knap betrouwbaar. Wat mij betreft: zolang het geen schijven zijn is het me om het even. Ik hou van de remkracht van jaguars, maar kan met kabels ook leven.
Maar die Rohlof, daar ben ik het niet mee eens. Die gaan simpelweg vrijwel nooit kapot. Als het gebeurt, heb je een probleem, maar de kans is vrijwel nul. Er zijn er heel veel van verkocht, en je vind er nauwelijks ellende-verhalen over. Zelfs op internet, waar je meestal alleen maar de rampverhalen vindt. Derailleurs blijven kwetsbaar, vooral met vervoer (vliegen, treinen, bussen). En tegenwoordig heb je daar ook veel variaties van (veel of nog meer versnellingen, verschillende kabelpul), niet alles kan je overal krijgen.
Daarbij: voor 6 weken fietsen in Thailand is het allemaal prima. En diegenen die twee jaar door Afrika crossen hoef je niks meer te vertellen, die maken hun keuzes sowieso heel bewust.
En het maakt ook nog veel uit of je 120 kilo bent met veel bagage, of een grammenjager van 55 kg. Dat levert volledig andere keuzes op. Mijn dochter van 12 (42 kg) krijgt een licht vakantie fietsje dat ook voor de 10 km naar school moet werken. Misschien wel met een 1 x 10, of anders een Alfine 11. Daar zou ik zelf niet snel op rijden.
Ik heb het allebei: de tandem met Rolhlof, Son en Magura. De ligfiets met 3 x 8, voor Magura, achter knijp en een accu in de staartstroomlijn. Hebben beide in binnen en buitenland al de nodige kilometers gemaakt en gaan niet kapot.
Mijn 209 roets vind ik een stuk linker: alles is uniek, en over de schijven ben ik maar matig enthousiast, die zijn lastiger goed te houden dan velgremmen. De roets is dan ook mijn droog-weer forenzen fiets.
De meeste vakantiefietsen van het type dat je omschrijft worden denk ik voornamelijk als forenzen fiets ingezet, en daar zijn ze echt heel goed voor. Mijn volgende forenzenfiets wordt een carbon ligger met riem, maguras, Rohlof en een Son naaf. Daarmee kom je door elke pekelwinter heen.