Vorige week kreeg ik een meeltje van Gijs: zijn fiets was geleverd. Ik had beloofd om hem van Maia naar Delft te escorteren. En met het weer dat Gijs had uitgekozen voor zijn eerste ligfietstocht, was dat bepaald geen straf.

Negen uur vertrok ik, de zon stond op het punt van doorbreken. Om de hoeveelheid Rotterdam op mijn tocht te beperken en een lekker stuk langs de Oude Maas te fietsen, reed ik naar Vlaardingen, koos daar de LF 11, stapte over op de LF 12 en liet me aldus door het Rotterdamse havengebied loodsen. Er scheen een bleek zonnetje dat langzaam krachtiger werd.

Bij Hoogvliet pakte ik de rivier op. Ik was inmiddels al best een tijdje onderweg en zag dat ik de reistijd toch wat had onderschat. Aangezien ik om elf uur had afgesproken zette ik wat extra gas op de zuigers. Vlakbij Dordrecht merkte ik dat ik de dagen ervoor ziek was geweest en nog met een energietekort zat. Hoewel ik nog geen twee uur aan het fietsen was, had ik gierende honger. Drie boterhammen verder kon ik weer, maar op tijd bij Maia zijn zou krap worden.

Om elf uur was ik in Dordrecht. Nu nog de oude watertoren vinden. Ik had een idee waar ik ongeveer heen moest fietsen, maar dat bleek niet zo’n heel goed idee. Twintig minuten te laat stond ik uiteindelijk in de fietswinkel. Gelukkig waren Gijs en Hilde ook niet echt vroeg geweest, dus dat kwam mooi uit.

Gijs staat bij onze fietsen. Gijs was al bezig zijn Pioneer te passen, die op zijn nogal forse benen moest worden afgesteld. Hij kwam wat nerveus over, opgewonden over zijn nieuwe aanwinst en de mooie fietstocht die ons te wachten stond. Klikpedalen werden direct gemonteerd, een brilspiegeltje was ook beschikbaar. Alles was klaar voor de tocht, behalve dat ik intussen koud was geworden en erg naar koffie begon te verlangen.

Nou zit er een erg gezellig koffietentje in diezelfde watertoren, dus dat kwam goed uit. Hilde, die met de auto terug zou gaan, nam net als ik een stuk appeltaart. Gijs vond dat niet nodig, want hij had nog vier boterhammen bij zich. Ik legde hem uit dat vier boterhammen niet veel is, met een lage temperatuur en 70 kilometer voor de boeg. Helaas, hij was niet te overtuigen. Gelukkig had ik nog wat reservevoer bij me, dus ik maakte me geen zorgen maar gniffelde wat bij de gedachte dat hij hiermee op de eerste rit zijn lesje wel zou leren.

Gijs en ik klaar voor de start. En toen was het tijd om te gaan. Bij het eerste paaltje ging het al mis: Gijs onderschatte de breedte van zijn fiets en lag op de grond. Mooizo, zei ik, dan heb je dat gehad. In het begin val je toch een keer om, zeker met een nieuwe fiets. Dan kan het maar beter direct gebeuren met een slakkegangetje. De schade viel mee, even de imbus erbij om de neuspijp weer recht te zetten en de pedalen iets strakker af te stellen. Ondanks dit incidentje waren we vrij vlot Dordrecht uit.

Nu ik wat minder haast had, kon ik wat meer van de tocht over de oever genieten. Als je goed zoekt, zijn er toch ook in de Randstad fietspaden te vinden die door een fraai landschap voeren, en waarbij je ook nog eens lekker door kunt fietsen. Gijs begon zijn fiets aardig onder controle te krijgen. Er zat een lekker tempo in.

Pauze langs de Oude Maas. Gijs zit op een bankje en kijkt uit op het riet aan de oever van de rivier We pauzeerden bij een bocht in de rivier, gezeten op betonnen bankjes aten we onze boterhammen terwijl we de grote schepen boven het riet uit zagen steken. Gijs’ boterhammen waren snel verdwenen.

Om vier uur waren we thuis. We dronken koffie, maakten van een petflesdop een steun voor de eveneens nagelnieuwe koplamp, en ondertussen ontstond een plan om die avond met een groep vrienden te gaan eten. Nasi. Gijs at drie borden en toen viel het kwartje. Ook een fiets heeft brandstof nodig, gelukkig is het tanken een heel aangename bezigheid.