Ik neem aan dat ligloglezers zich inmiddels redelijk vergaapt hebben aan de foto’s, en nu zitten te wachten op enige technische toelichting op de fiets. Het is namelijk niet helemaal een standaard Fujin SL 1.
Aanvankelijk zocht ik naar een fiets die een compromis zou zijn tussen een fijne vakantiefiets en een snelle fiets. Maar naarmate ik meer nadacht, en meer zag wat voor mooi spul er allemaal te krijgen is, neigde ik steeds meer naar een fiets die méér zou zijn dan een compromis. Een fiets die het beste van twee werelden zou zijn. Eigenlijk wilde ik gewoon een Jester waar banaantassen aan konden. Maar dan heel licht.
De heren van Challenge begrijpen dat. En die kunnen dat nog bouwen ook. Sinds de introductie van de Fujin SL II een paar jaar geleden is de Fujin SL I richting een tourfiets geëvolueerd. Het frame is iets aangepast, er kan zonder problemen een kleine bagagedrager op, er is ruimte voor spatborden en dikke banden.
De Fujin SL I was dus het uitgangspunt, en daarna was het aan mij om een wensenlijstje op te stellen. Ik heb me niet ingehouden. Ik wilde een zo licht mogelijke fiets, met betrouwbare en lichtlopende componenten, en slijtagebestendig. De fiets is voorzien van de volgende mooie extra’s:
- Koolstofvezel neuspijp
- FSA koolstofvezel crankstel, tripel 30-42-53
- BB7 schijfrem voor, velgremmetje achter
- SRAM X.0 achterderailleur
- Ultegra SL voorderailleur
- SRAM X.9 shifters
- Keramische wiellagers
- Ketting met TiN-coating
- SRAM PG990 cassette, 11-32
- Spatborden
- Bagagedrager
- Bebop Ti pedalen
Geen Rohloff? Nee, geen Rohloff. Ik ben tot de conclusie gekomen dat een Rohloffnaaf zinloos is op een fiets als deze. Een derailleur als de X.0 gaat makkelijk 20.000 km mee. Je kunt zeven van die derailleurs kopen voor de prijs van een Rohloff. Als je de meeste kransjes van je cassette regelmatig gebruikt, gaat een cassette die twee maal zoveel kost als een Rohloff-achtertandwiel drie keer zolang mee. Qua ketting en voorbladen maakt het allemaal geen donder uit. Een voorderailleur hoef je eigenlijk nooit te vervangen. En je gooit op de levensduur van een Rohloff zo 100-150 euro aan olie in de naaf.
Ook als je veel fietst, lijkt het mij dus onwaarschijnlijk dat je de aanschaf van een Rohloff er ooit uit haalt. Ga een stapje omlaag in achterderailleur, en het lukt je zeker niet. Een gewone Ultegra kost misschien 70 euro en op mijn Jester hield-ie het ook drie jaar uit. Het verhaal van dat het rendement van een derailleurversnelling lager is zodra de boel vuil wordt, geloof ik ook niet. Op een fiets als de mijne en zeker op een geveerde fiets is een kettingspanner onvermijdelijk. En dan zitten er precies evenveel tandwieltjes zand te happen als bij een derailleursysteem. De verliezen ín de naaf komen dus echt bovenop de verliezen van ketting en tandwielen.
De enige uitzondering zie ik als je de hele aandrijving kunt inpakken, zoals bij een Greenmachine. Iets wat natuurlijk weer niet geldt bij een velomobiel en sommige fietsen met staartstroomlijn, waar een derailleursysteem ook afgeschermd kan worden.
Kortom, geen Rohloff wegens zwaar, inefficiënt en duur. Liever een derailleursysteem van topkwaliteit: de SRAM X.0. En daarmee denk ik dat dit zo ongeveer de best denkbare fiets is voor mijn tocht. Misschien dat je, als je heel goed zoekt, in de mountainbikewereld voor 1500 euro een achterwiel kunt vinden dat net zo betrouwbaar is maar 20 gram lichter. Misschien dat er nog wat boutjes in titaan uitgevoerd hadden kunnen worden. Je kunt discussiëren over X.0 versus Shimano XTR. En ja, er had ook een keramisch lager in de kettingrol gekund. Maar grosso modo denk ik dat het je op dit moment bepaald niet mee zal vallen om een fiets te vinden die een nog betere combinatie van snelheid, laag gewicht, comfort, bagagemogelijkheden en degelijkheid biedt.
Wat trouwens wel een schok voor mij was, is dat één van de achterwiellagers slecht bleek te zijn. Na 400 km hield-ie er mee op. Als iemand met een werktuigbouwkundige opleiding mag mij dat natuurlijk niet verbazen, 1 op de zoveel kogellagers is nou eenmaal niet goed. Aan de buitenkant van het lager kun je dat niet zien, je kan gewoon net die pech hebben. Zeker met 19 kogellagers in je fiets.
Alleen, ik had er niet bij stilgestaan dat míjn fiets een slecht lager zou kunnen bevatten. Ik dacht dat ik over alles had nagedacht: kleding voor slecht weer, optimale kampeeruitrusting, verkeersveiligheid, training, veerboten, mentale aspecten. Maar dat mijn fiets een onderdeel zou kunnen bevatten dat niet in orde was, nee, dat zat niet in mijn systeem. Ik ben zo gewend op m’n Jester te stappen zonder ergens over na te denken, dat ik bij mijn nieuwe fiets er vanuit ging dat-ie wel perfect zou zijn.
Gelukkig kreeg ik snel een paar nieuwe lagers opgestuurd van Challenge, plus nog een paar stalen lagers voor reserve. Vanavond heb ik de boel gemonteerd, de fiets is weer helemaal in orde.
Een wijze les, en meteen wist ik wat ook alweer de reden was dat ik de fiets anderhalve maand voor vertrek wilde hebben. Hoe goed een product ook is, je moet het altijd testen voordat je er mee op reis gaat. Zelfs een Noordkaapfujin.
Dit weekend is een mooie gelegenheid voor testen: het Paastreffen van de ligfietsvereniging. De eerste keer rijden met volle bepakking, en meteen een test van de kampeeruitrusting. Ik ben benieuwd.
Naschrift: Keramische lagers blijken op de lange duur geen succes voor vakantiefietsen. Onder andere het slijpsel van de remmen schijnt funest te zijn als het in de lagers komt. Op dit moment heeft de Noordkaapfujin DT Swiss 240 naven, en dat loopt erg mooi. Verder blijkt 20.000 km een ernstige onderschatting van de levensduur van een X.0.