Vorige week vrijdag promoveerde Gert, en vierde meteen maar z’n verjaardag en housewarming. Een mooi excuus om een fietstochtje naar Enschede te maken. Het beloofde lekker herfsterig weer te worden, ik verheugde me echt op de eerste lange fietstocht sinds de zomer. Via het ligfietskletskanaal sprak ik Arvid die wel zin had in een fietstochtje. Plan werd dat we elkaar in Deventer zouden ontmoeten zodat hij me door het Twentse land naar de universiteit kon gidsen.
Half negen ging ik de deur uit. Het weer was heftiger dan verwacht. Ik moest mijn regenjas aantrekken, de wind stond met noord meestal tussen dwars en schuin tegen. En de wind was hard.
Ideaal fietsweer dus, maar mijn lijf dacht daar anders over. Ik deed er bijna 2,5 uur over om Utrecht te bereiken. Daarna leek het aanvankelijk beter te gaan, maar ergens in de buurt van Amersfoort kreeg ik last van mijn rug. Dit werd al snel zo erg dat ik niet meer mijn hoofd rechtop kon houden. Ik moest me iets omlaag laten glijden, zodat ik mijn helm tegen de toptas aan kon zetten. Zo had ik een beetje neksteun.
Wel een neksteun met bandjes die in mijn vlees sneden. Mijn hoofd kon ik niet meer goed draaien, ik kon alleen nog mijn ogen bewegen. Nu weet ik hoe Sam Whittingham zich voelt in z’n Varna. Gelukkig hoeft hij niet om zich heen te kijken of er geen auwto’s aankomen.
Hiermee begon ik aardig krap in de tijd te zitten. Arvid en ik hadden om 14:00 afgesproken op de brug bij Deventer, maar dat ging ik alvast niet meer halen. We hadden contact via telefoon en SMS. Om 14:15 kwamen wel elkaar tegen bij een bushokje. Ik klim uit mijn fiets en probeer mijn rug wat te strekken. Arvid merkt op dat ik aan de telefoon had geklonken alsof ik op het punt stond de trein te nemen. “Oh, ja, dat had ik natuurlijk kunnen doen… als iemand me op dat idee had gebracht”.
Vrij snel gingen we op weg voor het laatste stuk. Ik was erg blij dat Arvid er was. Niet alleen wist hij een snelle route die voor mij onmogelijk te vinden zou zijn geweest. Maar vooral ook had ik, gezien mijn fysieke toestand, echt iemand nodig om mij er doorheen te slepen. Tot overmaat van ramp begon de pees die mij op CycleVision dwars had gezeten, weer pijn te doen. Gelukkig was ik nog wel in staat om te zien dat het Twentse land een mooie omgeving is om te fietsen. Daar ga ik nog wel eens heen.
Gert was twee minuten met zijn lekenpraatje bezig toen we binnenkwamen. We hadden allebei heel hard moeten fietsen om dit voor elkaar te krijgen. Rij je probleemloos naar de Noordkaap, ga je stuk op een tochtje naar Enschede.
De dag na het feest was het nog steeds niet best met mijn rug. Ingrid heeft gelukkig verstand van ruggen. Ze nam de mijne flink onder handen, wat wel hielp maar terug naar huis fietsen zat er niet in. Met veel hulp van Ingrid en Gert kon ik de trein naar huis nemen.
Deze week naar mijn werk fietsen was ook nog teveel gevraagd. Met de trein forenzen vind ik niet zo leuk. De drukte van de spits, schapen die al telefonerend vijf minuten bezig zijn om een kaartje uit de automaat te halen, het gestress om de trein niet te missen. Vreselijk. Niet fietsen vind ik al helemaal niet leuk. Ik heb daarom mijn Hurricane in de hoogste stand gezet en vanmiddag even een kort proefritje gemaakt. Dankzij het onderstuur en de rechtoppe zit kan ik er redelijk mee rijden. Volgende week weer met de fiets naar het werk gaat denk ik wel lukken. De LEL kan ik echter wel op mijn buik schrijven. Helaas. Dit was de eerste keer in jaren dat ik het LEL-weekend vrij had…