Het is een grauwe zaterdagmiddag in februari. Na m’n boodschappen drink ik een kopje koffie in mijn stamcafé. In m’n eentje, want ik heb genoeg om te overdenken. Ik geloof dat ik niet de enige ben voor wie 2017 een slecht jaar was. De hele wereld leek knettergek geworden.

Trump bleek erger dan verwacht, en dat wil heel wat zeggen. De grote oorlog in het Midden-Oosten werd er niet kleiner om. Wat ik vreesde over onze eigen verkiezingen, kwam uit. Dichter bij huis zag ik vrienden die het zwaar hadden en mijn eigen leventje was nou ook niet je-van-het. Ik zat met een ernstige blessure die ook de nodige mentale gevolgen had. En uiteraard maakte ik weer eens een zooitje van mijn liefdesleven.

Tegelijkertijd was er ook hoop. In de herfst woedde een zware publicitaire en politieke slag over seksueel geweld, en inmiddels durf ik wel te zeggen dat wij hem gewonnen hebben. Ik zie de eerste tekenen van hoe ‘fatsoenlijk’ links en rechts elkaar beginnen te vinden in de strijd tegen het nieuwe extreemrechts.

En dan ikzelf. Ik kroop uit het geestelijke en lichamelijke dal. Voor het eerst sinds jaren lukte het me om een lange reis tot een goed einde te brengen. Het was een bijzonder avontuur, en als ik bedenk met hoe weinig training ik dit kon doen, concludeer ik dat ik nog steeds een prima langeafstandsfietser ben.

Het ene jaar noordwaarts, het andere jaar zuidwaarts. Dat is waar ik sinds een aantal jaar naar streef. Maar de uitzonderingen zijn talrijker dan de regel. Twee jaar koos ik voor het zuiden, wegens blessures. Voor ontstoken pezen is warmte beter. Dus ik fietste naar Frankrijk, het zuiden van Duitsland, de Alpen.

Maar het liep toch allemaal weer wat anders dan gepland en zo kwam ik afgelopen jaar terecht in wat ik het Kleine Noorden ben gaan noemen. Het noorden van Duitsland, Nederland. Denemarken hoort er ook bij, hoewel ik dat net niet haalde. Ik schreef een bericht over wat dit gebied met me deed, de rust die ik er vond.

Die rust, wat had ik die nodig. Nog steeds eigenlijk. Deze zomer moet ik weer naar het Noorden. Het Grote Noorden. Scandinavië. Terug naar de fjorden en de bergen, de moerassen en eindeloze bossen. De stilte. De wolkenluchten, spiegelend in meren die zich tot de horizon uitstrekken. De zware hellingen en het weer dat je nooit moet onderschatten.

De route wordt lang, maar ik weet nog niet precies hoe lang. Het is vrijwel zeker dat ik weer in de nazomer en vroege herfst ga. Mijn materiaal is nog vrij goed, m’n conditie niet slecht. De voorbereidingen zullen waarschijnlijk niet overdreven veel tijd zullen kosten. Ik vertrouw er op dat het goed komt en ik straks een prachtig Noordelijk avontuur zal beleven.

Voor wie het interessant vindt, ik heb een nieuw hoofdstuk geschreven over reizen op de fiets. Het gaat over de achterliggende redenen van mijn materiaalkeuze.