Achteraf was het geen slechte keuze om in Wangen mijn tent op te zetten. Wanneer ik de volgende dag verder fiets, blijkt de route door Zwitserland te gaan. Daar kamperen zou dus waarschijnlijk fors duurder zijn en geklungel met andere valuta opleveren. En afgezien van een handvol kilometers, zou het weinig hebben toegevoegd. Er is een bijzonder stadje, maar ook veel lelijks en ik zie zeker geen plek die net zo mooi is als waar ik gisteravond aan het meer zat.

Minstens drie keer ga ik door een stukje Zwitserland, zo grillig loopt de grens hier. Telkens hangen er vlaggen en ander vertoon van nationalisme. Wat een idioterie ook eigenlijk. Ik ben blij als ik definitief terug in Duitsland ben, waar de euro en mijn telefoonabonnement gewoon geldig zijn.

De route volgt aanvankelijk een stuk van de Rijn dat ik niet ken. Dan gaat het omhoog, richting Liengen, het eerste echte Zwarte Woud-stadje. Hier hou ik koffiepauze met ijs. Naast het terras is een bron met een grote vijverbak. Dit is pas de derde keer dat ik in het Zwarte Woud ben, maar ik herken de sfeer. Het was een goede keuze om hier heen te gaan.

Aan een tafeltje vlakbij zit een vrouw met haar dochtertje. Tegen de tijd dat ik mijn koffie op heb, is het meisje in de vijver geklommen en speelt in het water. Ze is duidelijk in de nieuwsgierige leeftijd, als ik het water in mijn drinkzak ververs bij de bron, wil ze ze er meteen alles over weten en uiteraard ook hoe dat dan werkt met mijn fiets en alles.

Anderhalve meter afstand is even niet haalbaar.

De route lijkt aanvankelijk wat tam. Hij gaat langs een gekanaliseerde beek met weinig verval. Het is gravel en er staat een flinke tegenwind, dus makkelijk is het niet. Maar het is vlak.

Als de route afbuigt, in westelijke richting, is dat snel over. Het klimmen begint en ik geniet er van. Het gaat al snel over de achthonderd meter heen, richting de duizend. Hoewel het heet is en ik merk dat mijn lijf lang niet zo sterk is als de afgelopen jaren, kom ik goed omhoog.

Het doel is Freiburg, die mooie stad waar ik drie jaar geleden ook was. Ik vermoed dat ik dat niet ga halen, en ik weet dat ik mezelf niet moet forceren.

Ik merk dat dit echte bergen zijn. Net als in Noorwegen zijn ze niet opvallend hoog in meters boven zeeniveau. Maar de klims zijn stevig en lang. Je moet heel bewust je tempo kiezen en goed met je energie omgaan.

Rond een uur of vijf kom ik langs een camping en even verderop is een dorp. Ik heb nog niet echt zin om te stoppen, maar ik kijk toch even wat mijn opties zijn. De volgende mogelijkheden zijn binnen bereik, maar het is een hele kudde campings aan hetzelfde, niet al te grote meer. Ik heb een vermoeden van hoe het daar is.

Normaal gesproken kan ik zoiets wel met een zekere humor benaderen. Het commerciële, lawaaiïge, de chaos van kinderen die niet uit het water willen en sportschoolmannen die hun dagelijkse show lopen met een surfboard onder de arm. Het is maar een nachtje en er komt toch altijd een tijdstip dat de muziek gedoofd wordt.

Maar dit keer niet. Drukte vraagt te veel energie. Het voelt totaal anders dan andere jaren.

Dus ik keer om. Er is ruimte genoeg. Er is ook een restaurantje met goedkope vegetarische opties en ik heb geen zin om zelf te koken.

Het wordt vrij snel duidelijk dat Freiburg niet haalbaar was, die middag. Dat ik er de volgende dag drie uur over doe is één ding. Maar het is vooral de klim. Die is lang en steil. Veel gaat in het allerlaagste verzet. Ik heb inmiddels – eindelijk – ontdekt hoe ik de klimsnelheid zichtbaar maak op het dashboard van mijn Garmin. En dan zie ik dat ik heel behoorlijke snelheden haal. Nauwelijks lager dan wat ik in normale jaren als norm aanhoud. Op de stukken dat ik in 30/32 rij, zie ik zelfs dat de klimsnelheid aan de hoge kant is. Dan is het dus echt steil.

Het wordt uiteindelijk net geen 1200 meter. Gelukkig grotendeels door het bos, want de zon brandt fel. Daarna volgt de prijs die je altijd betaalt voor een klim: de afdaling.

Knettersteil is het, de eerste paar kilometer zelfs over gravel. Aanvankelijk denk ik dat deze col aan de ene kant veel zwaarder is dan aan de kant waar ik vandaan kom. Maar later ga ik daar aan twijfelen.

Hoe dan ook, ik vraag het uiterste van mijn remmen. Als ik loslaat voor het koelen, loopt de snelheid meteen onprettig op. Even tussendoor remmen levert gillende remschijven op.

Goden wat haat ik afdalen.

Natuurlijk ging alles goed. Ik kan dit. Ik heb een zeer stabiele fiets met geweldige remmen en dit is niet de eerste keer dat ik zevenhonderd meter afdaal. Maar het blijft zenuwslopend.

Ik heb ze gemist, de bergen. De vergezichten aan de top, de dalen waar je induikt en verdwijnt tussen de hoge toppen en steile wanden. Het klaterende water. Ik voel aan mijn lijf dat rust nodig is, maar de inspanningen waren ook heilzaam.

Net voor de middagpauze van de receptie arriveer ik op de camping van Freiburg. Ik heb anderhalve dag om mijn lichaam te laten herstellen.