Het gelukkigste deze reis was ik langs de Oder. Die prachtige rivier waar de doorsnee Nederlander nog nooit van gehoord heeft en die zo’n grote rol speelt in de geschiedenis van ons buurland.
Ik was daar niet meteen. Eerst was er een stuk langs de veel kleinere Neiße, een traject dat niet vrij van hindernissen was, maar dat voornamelijk door rustgevende landschappen voerde. Landschappen waar een zekere tristesse nooit ver weg is.
Er is geen stad, geen dorp, geen gehucht zonder verval. Overal is er oude pracht en praal die niemand meer onderhoudt. Ooit lagen deze plaatsen zo niet in, dan wel dichtbij de kern van het Habsburgse Rijk. Midden in de Europese beschaving. En toen kwamen er vier jaren van onvoorstelbaar bloedvergieten en het oh zo machtige Rijk was verdwenen. Nog een oorlog later verrees er een ijzeren gordijn.
Ik kan me niet anders voorstellen dan dat dit trauma nog steeds rondwaart in deze gebieden. Van een positie in het welvarende hart van het oude Europa naar de armoedige periferie van twee nieuwe Europa’s, die tot de tanden gewapend tegenover elkaar stonden. En twee generaties jonge mannen goeddeels gesneuveld, minderheden uitgemoord met kogels en gaskamers, vrouwen verkracht door de oprukkende Sovjets.
Elk vervallen gebouw is een stille getuige dat de gevolgen van deze catestrofe nog niet weg zijn. Met name langs de Neiße is zichtbaar dat er ook nog een tweede gordijn was. De DDR en Polen waren geen vrienden, ook al zaten beide landen onder de knoet van Moskou. Talloze bruggen zijn verwoest, weinig zijn hersteld of nieuw gebouwd. Slechts op enkele plaatsen kun je de rivier over. En op die plekken kun je zien dat het wantrouwen nog lang niet weg is, ondanks het verenigde Europa en ondanks de gezamelijke vijand in het Oosten. Bij de bruggen over Neiße en Oder heb ik meer politie gezien dan in de rest van Duitsland bij elkaar.
Langs de Neiße heb ik een moeilijke dag. Eén van de weinige regenachtige dagen deze reis. Al sinds de Donau zit er een gek bobbeltje in mijn voorband, en nu gaat hij lek. Onder een boom kan ik redelijk beschut de binnenband wisselen. Het blijkt dat het canvas aan de binnenkant door het rubber komt en zo de binnenband heeft lekgewreven. Ik plak er een stukje ducttape over.
Ik ben moe, en ongerust over de band. Een stuk verderop is een stadje met een fietsenmaker, het lijkt me verstandig om hier een kamer te zoeken om even comfortabel te slapen, en dan morgen de band te vervangen.
Een rondje bellen leert mij dat alles vol zit. Ik moet toch verder, naar de camping een stuk voorbij het stadje. Hopen dat het droog wordt en wellicht kan ik uit eten, dan heb ik toch een beetje rust.
De band lijkt het goed te houden. Ik fiets langs een reclamebord voor de camping waarop staat dat fietsers altijd welkom zijn, ook zonder reservering of wat dan ook. De regen houdt op. De wolken worden dunner en de zon dringt door. Mijn optimisme keert terug.
Ik ben op tijd in Guben om na het boodschappen doen de fietsenmaker te bezoeken. Maar waar ik al een beetje bang voor was, blijkt te kloppen: 26″ banden zijn vrijwel niet meer te krijgen. Het gaat een lastige worden en wellicht moet ik het van duct tape en flossdraad hebben om veilig thuis te komen.
De camping ligt aan een meer. Simpel, deels versleten, maar er is een prima toiletgebouw en er is een kleine verblijfsruimte met keuken. Zittend op het bankje naast mijn tent waan ik me in Zweden of Finland.
Ik twijfel of ik zelf zal koken, zo met de keuken binnen handbereik. Maar er is ook een typisch Duitse Gasthof op loopafstand die voldoende vegetarische gerechten heeft, en ik weet dat het goed voor me is om dat beetje extra rust te pakken.
Het is een heerlijk zachte zomeravond als ik in de Biergarten zit. De stress en vermoeidheid van de dag zijn ver weg. Geen moment twijfel ik aan de goede afloop van deze reis.
Ik probeer het nog wel, de volgende ochtend. Maar zowel in Eisenhüttenstadt als in Frankfurt zijn de fietsenmakers dicht. Inmiddels heb ik mijn plan getrokken, ik wil naar Schwedt voor een rustdag. De camping heb ik zelfs al uitgezocht.
Eindeloos groen zijn de uiterwaarden van de Oder. Groen en breed. Over een smal fietspad op de dijk fiets ik noordwaarts. Aan de andere kant van de dijk is het land agrarisch, soms een stuk bos. Veel huizen zie ik niet, dorpen zijn er niet veel. Het dringt maar langzaam door hoe dunbevolkt dit gebied is. In de kleine drie dagen die ik langs de Oder doorbreng, zal ik in totaal twee vrachtschepen zien varen.
Er dringt ook iets anders bij mij door. Ik merk dat mijn tempo hoog is en dat ik daar van geniet. Diep in mijn lichaam voel ik het verlangen om hard te fietsen, om te presteren. Vandaag Schwedt bereiken betekent een lange dagafstand, en dat is precies waar mijn ziel behoefte aan heeft.
Mijn koffiepauze eindigt met rusteloze benen. Mijn inspanning krijgt het constante van de langeafstandsfietser. De zorgen over mijn band, het weer of wat dan ook verdwijnen. Mijn hele lichaam voelt alsof het zich door niets of niemand zal laten tegenhouden.
Ergens die dag langs de Oder voel ik dat de sportman in mij is teruggekeerd. Eindelijk. Na bijna drie jaar COVID.
Na 190 kilometer sta ik bij de receptie van het watersportcentrum waar je ook kunt kamperen. Half buiten adem en doorweekt van het zweet. Ik boek mijn kampeerplekje en de wasmaschine voor de volgende dag. Er zijn hier overdekte picknicktafels waar ik even de tijd neem om bij te komen en terug te kijken op de dag. Dan zet ik mijn tent op, neem een douche en ga het stadje in om te eten bij de stadsbrouwerij.
Schwedt is klein, maar toch is het de grote stad van deze streek. Er is nauwelijks een centrum en daar is het stil op straat. Naast de rivier is een buitenproportioneel groot muziekpaviljoen waar die avond coverbands optreden die gewijd zijn aan Metallica en AC/DC. Alles wat er te doen is in deze streek, gebeurt hier. Het voelt als Scandinavië.
De muziek is niet te horen in de tuin van de stadsbrouwerij. Hier heerst de rust. Er zijn weinig andere gasten. Ik eet mijn vegaburger en besef dat ik die dag iets heel belangrijks heb teruggevonden.
Ik maakte me een beetje zorgen, zo lang geen post. Dat was afgelopen reizen geen goed teken. Ik ben blij om te lezen dat de langeafstandsfietser terug in je is.
Hoi Walter, dat was een prachtig mooie dag! Fijn om te horen!
Wat mooi dat je tijdens het fietsen wat zo belangrijk voor je is terug vindt wat zo belangrijk voor je is.