Afgelopen week heb ik me laten steriliseren. Voor mij een voor de hand liggende stap, maar toch wel iets waar ik naar toe heb moeten groeien en waar ik veel vragen over krijg. In de afgelopen weken heb er ik stukje bij beetje een verhaal over geschreven.

Ik voelde me een kneus en een zeurkous toen ik mijn stuk over elektrische fietsen online zette. Ik had net de film Save our Children van Tinkebell gezien, en dan zat ik een beetje miemelen over het vermogen van elektrische fietsen. Wat een luxeprobleem in vergelijking met het fosfaatprobleem dat zij aansnijdt. 100 of 250 Watt terwijl onze voedselvoorziening op het spel staat.

Onzin natuurlijk, het energievraagstuk is niet minder belangrijk, en de fiets is een belangrijke oplossing daarvoor, plus nog een hele kudde andere belangrijke vraagstukken. En zoals iedere technicus je kan vertellen, de oplossing van een vraagstuk bestaat niet uit één groots idee, maar uit de optelsom van eindeloos veel kleine verbeteringen. 100 of 250 Watt is wel degelijk een belangrijke discussie.

Maar de reden dat de film zo’n indruk maakt, is niet het opraken van een grondstof. Dat soort verhalen gaan bij de meeste mensen het ene oor in en het andere uit. Nee, de klap zit natuurlijk in de sterilisatie waarmee de film eindigt. Dat ze de emotioneel zware beslissing neemt om geen kinderen te krijgen. Omdat ze weet dat het moet. Als het niet vanwege het fosfaat was geweest, dan wel vanwege een andere grens waar de wereldbevolking hoe dan ook een keer tegenaan loopt.

Ik postte mijn stuk, meldde het plichtsgetrouw op Twitter en ging de afwas doen. En het lullige gevoel kwam terug. Sterker dit maal. Want ook ik heb ervoor gekozen om geen kinderen te krijgen, maar doe ik dat niet om zuiver egoïstische redenen? Is het niet puur dat ik de verantwoordelijkheid niet wil, dat ik bang ben dat ik de energie niet heb?

Op zich natuurlijk een zinloze vraag, ik ben vrijgezel en met 41 jaar al te oud om er nog aan te beginnen. Bovendien is het mijn leven en heb ik gewoon het volste recht om die keuze te maken. Ik heb nu eenmaal nooit ook maar het geringste spoor van een kinderwens gehad.

Maar na zo’n imponerende film kan ik mij voor mezelf er daarmee niet van af maken. Want helemaal kloppen deed het nou ook weer niet. Overbevolking is wel degelijk altijd een belangrijke reden geweest om niet naar een gezin te streven. Het besef dat er echt geen vader in mij woont, is van recentere datum. Tenminste, als mijn geheugen mij niet bedriegt. De eerlijkheid gebiedt mij zelfs te zeggen dat ik het de laatste jaren wat lastiger vind om er voor uit te komen. Dit is tenslotte de leeftijd waarop je geacht wordt je oude idealen te laten varen ten gunste van een meer burgerlijk bestaan.

Ik vind dat moeilijk. Die auto is er ook nog steeds niet en mijn eerste vliegreis weet ik nog steeds voor mij uit te schuiven. Ik kan geen afscheid nemen van mijn idealen, maar het is steeds moeilijker om er trots op te zijn. Raar dat het zo werkt.

Als ik naar mijn vrienden kijk, zie ik veel mensen die er ooit ook zo over dachten, maar daar uiteindelijk toch op terug zijn gekomen. Ze wilden te graag een kind zien opgroeien tot een gelukkige volwassene. Dat is wat ze uiteindelijk over de streep heeft getrokken, is mijn indruk.

Als ik naar mijn ouders kijk, zie ik datzelfde. Ze waren zo blij dat ik het verder schopte dan zijzelf. Dat ik ging studeren, een goede baan kreeg, schipper werd op de Trui en op een gegeven moment zelfs een vriendin had. En ja, het is jammer dat mijn vader nooit heeft mee kunnen maken dat ik lange reizen op de fiets ging maken. Zou hij prachtig hebben gevonden.

Eigenlijk denk ik dat hier de genadeslag valt. Als ik al mijn bezwaren aan de kant zou schuiven, de milieuschade van een extra kind en de opoffering van twintig jaar van mijn leven zou accepteren, is de kans heel groot dat het kind nooit zo’n mooi leven kan leiden als ik nu doe.

Over fietsreizen zeg ik wel eens dat het ervaringen zijn waar kleine kinderen graag naar willen luisteren, als jij al hoogbejaard bent. En ik stel het me ook graag zo voor, dat ik als oude, kromgegroeide man met wandelstok aan de kleinkinderen van mijn vrienden vertel over mijn tocht naar de Noordkaap.

Maar inmiddels realiseer ik me dat het wel eens een verhaal zou kunnen zijn over een tocht die zij nooit zullen kunnen maken.

De afgelopen eeuw is de kwaliteit van leven in een ongelooflijk tempo omhoog gegaan. Bijna alle grote wereldproblemen zijn aan het verdwijnen, daar schreef ik al eerder over. Maar niet allemaal. Het broeikaseffect, eindige voorraden van onvervangbare grondstoffen, verlies van biodiversiteit. En die problemen zijn inherent verbonden aan twee zaken: de groei van de wereldbevolking, en het oplossen van de andere wereldproblemen.

Armoede en honger, en ook ziektes nemen in hoog tempo af, maar dit vraagt wel een veel groter verbruik van energie, grondstoffen en ruimte. Ik denk ook dat het verdwijnen van oorlog voor een deel veroorzaakt wordt door de toegenomen welvaart, oftewel door toegenomen gebruik van energie, grondstoffen en ruimte.

Door het oplossen van onze problemen creëren we tegelijkertijd een groter monster, dat nog veel moeilijker te temmen is. Het is het grootste prisoners dilemma ooit. Natuurlijk, alle technologie om over te stappen op een schone energievoorziening zijn er, maar de gevestigde belangen en ingeroeste gewoontes zijn zo sterk dat het nog decennia kan duren voordat er echt iets verandert. En dan is het te laat. Het is eigenlijk nu al te laat. De klimaatverandering gaat enorme schade aanrichten.

Als ik niet voortijdig overlijd, zal ik het begin daarvan meemaken. Voor mij persoonlijk zullen de gevolgen best meevallen. Maar voor de generatie na mij gaat het al een stuk vervelender worden. Voor het eerst sinds heel lang zullen de kinderen het door de bank genomen minder hebben dan de ouders.

Datgene wat sommige van mijn vrienden over de Rubicon heeft getrokken, zie ik als een ijdele hoop.

Daarbij komt dat in mijn geval de Rubicon een stuk breder en dieper is dan gemiddeld. De afwezigheid van een kinderwens is zo absoluut dat ik me niet voor kan stellen hoe het is om die wens wel te hebben. Wat ik wil van het leven, wat ik wil van de liefde, daar in is geen ruimte voor het opvoeden van kinderen. Voor mijn gevoel zijn die zaken onverenigbaar. Hoewel ik wél een hondwens heb, neem ik geen hond omdat ik er onvoldoende van overtuigd ben dat ik het beest een goed hondeleven kan bezorgen.

Ik verander niet van gedachten. Er is alle reden om mijn leven te leiden zoals ik dat voor ogen heb. Zoals bij alle tegendraadse keuzes waarvan mensen zeiden “Zou je dat nou wel doen?” en “Ik spreek je over tien jaar wel!”, is het een keuze die mijn leven mooier, rijker en zinvoller maakt. Hier moet ik aan vasthouden, net zoals ik vasthoud aan atheïsme, de fiets en een vegetarisch dieet. Ook daarbij ben ik niet van gedachten veranderd.

Maar ik ben een vrijgezel van 41. Een leeftijd waarop je enigszins sterk in je schoenen moet staan om deze keuze vol te houden. Mensen in je omgeving proberen er toch aan te morrelen, alsof de keuze voor een kindervrij bestaan niet even serieus genomen hoeft te worden als een keuze voor het ouderschap. En dat morrelen is ook wel eens ontaard in verwijten. Wat ik niet zo sympathiek vind.

Nu kan ik daar op zich wel tegen. Geen vlees eten schijnt ook een legitieme reden te zijn om iemand de mantel uit te vegen en geen rijbewijs hebben blijkt een ongehoorde schoffering van de samenleving. Maar ach. Vervelende mensen op verjaardagen en bij de koffieautomaat zijn min of meer te negeren.

Leuke vrouwen is een ander verhaal. Ook die kunnen gaan morrelen aan mijn besluit. Zo’n dame kan vanaf het begin denken dat ik wel om te praten ben, ze kan zelf van gedachten veranderen of mijn ‘nee’ domweg verkeerd interpreteren.

Alleen, ik ben niet om te praten. Ik kom niet over als een alfamannetje dat zijn zin doordrukt. Sterker nog, ik vermoed dat ik vrij meegaand ben in een heleboel dingen. Maar op mijn fundamentele keuzes wijk ik geen millimeter. Dat kan heel gemakkelijk tot verkeerde verwachtingen en teleurstellingen leiden.

Ik wil geen verkeerde verwachtingen. Ik wil geen moeizame discussies waar niemand beter van wordt. Ik wil niet na een jaar weer afscheid van iemand moeten nemen omdat zij toch kinderen wil. Daar schieten geen van beiden iets mee op. Zij is dan weer een jaar dichter bij de deadline en ik zit met een hoop verdriet dat niet nodig was geweest.

Het afgelopen jaar betrapte ik mijzelf er steeds vaker op dat ik vrouwen begon te ontwijken. Als ik ook maar het geringste vermoeden had dat een dame mij als potentiële vader zou kunnen zien, liep ik een blokje om. De wereld van de datingsites liet ik voor wat het was, omdat je bij die op eerste indruk gefinetunede  profielen nooit zeker weet of een ‘nee’ wel echt een nee is. Mijn leven als vrijgezel is best wel leuk, en ik had geen enkele zin in ingewikkelde toestanden die dat verstoren.

Een paar weken nadat ik Tinkebells film had gezien, besefte ik ineens dat ik leefde alsof er geen middenweg is tussen celibaat en vaderschap. Ik had eindeloos nagedacht over waarom ik door zou moeten gaan met een leven zonder kinderen, maar in de uitvoering was ik niet verder gekomen dan het uit de buurt blijven van iedereen met een werkende baarmoeder.

Nu is er niks mis met vrijgezel zijn. Ik ben heel tevreden met mijn leven. Maar het moet niet noodgedwongen zijn. Ik wil open staan voor een nieuwe liefde. Me vrij voelen richting vrouwen, zonder onnatuurlijke gereserveerdheid. Mijn vruchtbaarheid stond dat ernstig in de weg.

Nu kun je wel calvinistisch gaan doen en het psychisch proberen op te lossen, maar vruchtbaarheid is sowieso alleen maar onhandig als je geen kinderen wilt. Sterilisatie is de enige logische route voor iemand in mijn situatie. Daarbij komt ook nog eens dat ik een man ben, waarbij de ingreep veel eenvoudiger is dan bij een vrouw.

Afgelopen donderdag is het gebeurd. De ingreep stelde weinig voor. De radio bleef aan, het was gezellig kletsen met de dames terwijl ze met mijn zaadleiders in de weer waren. Het enige dat pijn deed waren de prikken van de plaatselijke verdoving. De rest van de dag voelde ik me wat ongemakkelijk, een keer heb ik wat paracetamol geslikt. Meer was het niet. Een beetje verkoudheid en je voelt je een stuk ellendiger.

Dit blogbericht heb ik stukje bij beetje geschreven. Het is een dagboek waarvan ik de data ben vergeten te noteren. Inmiddels is het de derde dag na de sterilisatie, en ik voel me lichamelijk behoorlijk fit. Het gaat de goede kant op. Het is geen ingreep waar een man zich zorgen over hoeft te maken.

Ik voel me zo opgelucht. Zo blij dat ik deze stap heb gezet. Werkelijk, ik vraag me af waarom ik dit niet twintig jaar eerder heb gedaan. En ja, het voelt alsof ik weer klaar ben voor de liefde. Of eigenlijk, alsof ik er voor het eerst echt klaar voor ben.

Een huisgenote beschreef het beter dan ik ooit zou kunnen. Ze zei: “Het lijkt alsof ze ook in je hoofd iets hebben losgeknipt”.