Sinds het eind van de zomer 2001 zijn we in het westen als de dood voor moslimterroristen. Eén aanslag en de strijd tegen het terrorisme stond bovenaan elk prioriteitenlijstje. De strijd werd zelfs een heuse oorlog.

Tja, wie zou er ook niet onder de indruk zijn van de aanslagen in New York. Ikzelf was het de eerste maanden in ieder geval wel, het hele optimisme van de jaren ervoor was uit de wereld verdwenen. We waren bang dat de moslimterroristen een serieuze strijd tegen het westen waren begonnen.

Achteraf gezien was het even logisch als onterecht dat we zo bang waren. Logisch omdat een goed georganiseerde terreurbeweging een strategie heeft waarin zo’n grote aanslag de opening is van een groot offensief. In de maanden erna zouden overal in het westen goed getrainde cellen het geplande moment afwachten om minitieus voorbereide aanslagen te plegen op in de voorgaande jaren zorgvuldig uitgezochte doelen.

Het bleek een onterechte angst. Er gebeurde helemaal niets. Natuurlijk zullen de geheime diensten in de periode na de aanslag een stuk beter hun best gedaan hebben dan daarvoor, maartoch. Een beetje terrorist ziet dat aankomen en past zijn plannen daar op aan.

Pas na 2,5 jaar kwam in Madrid de volgende klap. Een veel gemakkelijker doelwit, een primitievere opzet en nog geen 10% van het resultaat van de aanslag in New York. En opnieuw werd het stil. Goed, in Afghanistan, Irak, Jeruzalem en Pakistan werd gevochten door moslims en aanverwanten, maar dat doen ze al duizend jaar. Het westen werd pas anderhalf jaar later weer aangevallen, in Londen dit keer. Het aantal slachtoffers en de schade was opnieuw klein in vergelijking met de vorige aanslag. Twee weken later probeerden ze het weer, maar toen faalden vier van de vijf bommen, de vijfde werd door de terrorist gedumpt zonder poging tot ontsteken.

Dat was dus het offensief waar wij zo bang voor waren. Vier aanslagen in vijf jaar, met sterk afnemende resultaten. Het was niet echt wat wij verwacht hadden van een terreurnetwerk geleid door een Arabische multimiljonair met eigen trainingskampen en diverse beschermheren in ontoegankelijke landen.

Nu, 7,5 jaar na 11 september, durf ik gerust te zeggen dat Al Qaida nogal ondergepresteerd heeft. Reken maar uit. Er zijn minstens anderhalf miljard moslims. Stel dat daarvan slechts één promille fundamentalistisch zou zijn, dan waren er anderhalf miljoen moslimfundamentalisten in de wereld. Je zou toch mogen verwachten dat die vaker dan eens in de 2,5 jaar in een westers land weten toe te slaan.

Om de verklaring voor deze ondermaatse prestaties te vinden, hoeven we niet lang te zoeken. De verklaring is namelijk: onvoorstelbare incompetentie.

Laten we bijvoorbeeld eens kijken naar de aanslag op de USS Cole in oktober 2000. Op het eerste gezicht lijkt dat een geslaagde aanslag. Gat in het marineschip, zeventien mariniers gesneuveld. Maar als je even nadenkt, waarom gebruikten die lui maar één bootje? Als ze tien seconden na de klap met een tweede bombootje door het gat van de eerste heen waren gevaren, hadden ze het hele schip naar de kelder gejaagd.

Een gedrogeerde pacifistische groenteschotel heeft nog genoeg militair inzicht om te bedenken dat dit de juiste aanpak is. In militaire kringen is het dan ook geen ongebruikelijke tactiek: eerst ergens een gat in blazen, dan een bom door het gat heen.

Ik dacht dus heel slim beredeneerd te hebben waarom dit niet zulke snuggere terroristen waren geweest. Het bleek echter nog veel erger dan ik dacht. In januari van dat jaar hadden ze het namelijk ook al eens geprobeerd. Die poging mislukte. Niet omdat de bom dienst weigerde. Niet omdat de politie hen op het spoor kwam. Zelfs niet omdat een wakkere matroos met een machinegeweer de zodiac uit het water schoot. Niets daarvan.

Ze hadden het bootje zo zwaar met explosieven geladen, dat het zonk.

Als je dit leest, is het niet verwonderlijk dat gefrustreerde tieners zonder enige hulp van buiten meer dodelijke aanslagen kunnen plegen in Amerika dan die hele firma Al Qaida. Dat Timoty McVeigh met één hulpje en zonder zelf te sterven, een aanslag kon plegen waar menig moslimterrorist Allah nauwelijks om durft te vragen. En dat was al geen wakkere pipo, hij werd gepakt omdat z’n ontsnappingsauto geen kentekenplaten had.

Er zijn meer mooie voorbeelden. De hofstadgroep bijvoorbeeld die kunstmest had gekocht, maar van een niet-reactieve soort. Mohammed B, die een fietser doodt met een vuurwapen, in plaats van met geschoren gezicht en trainingspak in de auto te stappen en Van Gogh dood te rijden. Had-ie even sorry moeten zeggen en twee weken later alsnog Ayaan Hirsi Ali neer kunnen schieten.

Maar vandaag las ik het verbijsterendste voorbeeld van stompzinnigheid bij moslimterroristen. De Taliban vecht tegen het Amerikaanse leger in Afghanistan. Dat doen ze het liefst in het donker, en dan communiceren ze met de mobiele telefoon. En wat doen die vervloekte imperialistische vijanden van Allah? Die luisteren de gsm’s af en peilen ze uit.

Tja, dat komt de Jihad niet ten goede natuurlijk. De helden van god moeten wel een beetje ongestoord kunnen bellen tijdens het gevecht. Gelukkig hebben de Talibanleiders een oplossing gevonden: Ze eisen dat de telefoonbedrijven de netwerken platgooien tijdens de gevechten.

Moslimterroristen lezen liever de koran dan het handboek voor de soldaat. Ze denken dat Mohammed een groter strateeg was dan Von Clausewitz. Ze negeren The Anarchist Cookbook omdat ze denken dat de recepten niet halal zijn. Ze zijn echt te dom om te poepen. Er wordt mosselzaad gekweekt met een hoger strategisch inzicht dan dat van de gemiddelde moslimterrorist. Zolang het moslimterroristen zijn die het op ons gemunt hebben, hoeven we ons weinig zorgen te maken.