Na weken van nagenoeg terminale fitna-moeheid is het tijd voor iets luchtigers. Vandaag in de Trouw een hilarisch artikel van twee gelovigen. De boodschap: Geloven gaat niet vanzelf, daar moet je wel wat voor doen! Maar er is hoop, met afdoende training kan éenieder het onder de knie krijgen.

Erg prettig dat de reli’s toegeven dat geloven aangeleerd is. Ik zou graag de heren van de bond tegen het vloeken eens vragen wat ze daar over te zeggen hebben.

De grote grap van het artikel is natuurlijk dat ze nergens uitleggen waarom je überhaupt zou geloven. Beide geïnterviewden gaan er klakkeloos van uit dat de lezer nut en noodzaak van geloven inziet. Nog prachtiger zijn de vergelijkingen die ze trekken met leren zingen, of het leren waarderen van wijn, klassieke muziek en beeldende kunst. Blijkbaar komt het geen moment in ze op dat geloof door denkende mensen wel eens beschouwd zou kunnen worden als een weinig verheffende vorm van tijd- en hersenverkwisting.

Minder lachwekkend is het volgende citaat:

Als geloven voor iedereen te leren is, dan moeten we vaststellen dat opvoeders al tientallen jaren falen om jongeren het religieus zijn door te geven, gezien de leegloop van de kerken.

Nee, beste mensen, jullie beginnen op te houden met het falen kinderen een vrije keuze te laten. Kinderen hebben recht op een opvoeding zonder geïndoctrineerd te worden met schadelijke onzin waarvoor geen grammetje bewijs is. Als geloof echt zo waardevol is als jullie denken, dan gaan kinderen het vanzelf wel waarderen als ze volwassen zijn. Met wijn, klassieke muziek en beeldende kunst gebeurt dat toch ook?

Zowel geïnterviewden en de auteur van het artikel begrijpen hun eigen zelfkennis niet. Ze snappen niet dat het hele stuk in werkelijkheid zegt: “Geloof is jezelf vanalles-en-nog-wat wijsmaken”. Het is treurig en grappig tegelijk. En ja, het kan nog krasser.