Hoog tijd om Liglog weer tot leven te wekken. Enkele weken na CV heb ik het fietsen weer wat serieuzer opgepakt en een paar wat langere tochten gemaakt. Ik zal daar geen uitgebreid verslag van doen, ik zal nog genoeg van die tochten rijden en de ligloglezer zit vast niet te wachten op een beschrijving van elke keer dat ik appeltaart eet in Zierikzee.

In plaats daarvan wil ik een meer algemeen ligfietsonderwerp aansnijden. Sinds ik begon met het uitzoeken van mijn Noordkaapfujin ben ik wat meer geïnteresseerd geraakt in onderdelen. Of eigenlijk vorig jaar al, toen ik me door een “fietsenspecialist” liet wijsmaken dat er geen wezenlijk verschil was tussen een 105 en een Ultegra-derailleur. Om na drie maanden te concluderen dat ik het verschil tussen primitieve glijlagers en kogellagers toch wel significant vind. De 105 is inmiddels aan vervanging toe trouwens.

SRAM heeft onlangs een nieuwe MTB-groep op de markt gebracht, die volgens mij wel potentie heeft voor ligfietsen met een groot achterwiel. Maar niet alles van de groep, op een ligfiets heb je bijvoorbeeld grotere kettingbladen nodig. Een verende voorvork kun je op de meeste ligfietsen missen als kiespijn, en veel ligfietsers hebben voorkeur voor gripshifts boven triggershifters.

Een racegroep biedt ook niet alles wat je wilt als ligfietser. Vaak wil je bijvoorbeeld toch een schijfrem op het voorwiel. De shifter-remgreepcombinatie van een racefietsstuur werkt niet op een ligfietsstuur, maar bar-endshifters lossen dit niet altijd op. En dan zit je nog met het punt dat veel ligfietsers een groter bereik in verzet willen dan hetgeen racefietsers nodig hebben. Of denken te hebben.

Gevolg is dat ligfietsen meestal met een mengelmoesje van MTB- en racefietsonderdelen rondrijden. Dit betekent een hoop uitzoekwerk voor de fabrikant of de klant, en onderdelen die niet altijd lekker op elkaar afgestemd zijn. Bovendien zijn de mogelijkheden beperkt: een ligfiets uitrusten met een 10-versnellingssysteem is niet triviaal.

Waar ik het daarom in dit liglog over wil hebben, is hoe een groep er uit zou zien als de ligfietsers het voor het zeggen zouden hebben. Als de ligfietsmarkt honderd keer zo groot zou zijn, en SRAM/Shimano/Campagnolo er brood in zouden zien een aparte ligfietsgroep op de markt te brengen, wat zouden ze dan moeten doen?

Inmiddels heb ik voor mijzelf daar wel een aardig beeld van. Laat ik vooropstellen dat ik een groep van hoge kwaliteit wil, die licht is en duur. Denk SRAM Force of Red, Shimano Ultegra of Dura/Ace, Campa Record. Voor wie veel fietst geldt ‘Goedkoop is duurkoop’, en ik vind het onzin om op een mooie ligfiets onderdelen te schroeven die bedoeld zijn voor fietsen die vooral in de garage staan. De ligfietsgroep moet topkwaliteit zijn, en dat mag wat kosten. Verder ga ik uit van een snelle ligfiets; voor een tourligfiets die zelden boven de 35 km/h komt voldoet een MTB-groep uitstekend.

Goed, wat moet er in de groep zitten? Ik stel voor om vooraan te beginnen. De pedalen. Die zitten niet in de groep. Er is zo’n grote spreiding in voorkeur voor pedaalsystemen, dat ik het onzin vind om ze in een groep op te nemen. Bovendien maakt het toch niet uit, behalve de gestandaardiseerde schroefdraad is er geen interactie tussen de pedalen en de rest van de onderdelen.

Het crankstel dan. Dat moet er wel in, vooral omdat ik denk dat het zin heeft om voor ligfietsen een speciaal crankstel te ontwerpen. Ten eerste vermoed ik namelijk dat de cranks bij een ligfiets minder sterk hoeven te zijn. Een ligfietser staat immers niet op de pedalen. Je kunt je weliswaar afzetten tegen het zitje en zo meer kracht leveren dan je eigen gewicht, maar dit zijn geen stootbelastingen. Ik heb er nooit aan gerekend maar ik denk dat de klappen die op de cranks en trapas komen wanneer je staand op de pedalen over een verkeersdrempel stuitert, veruit de zwaarste belasting vormen. Ten tweede hoeven de cranks de achtervork niet te ontwijken, en dus kan het crankstel smaller zijn dan op een racefiets. Dat is beter voor je knieën, het is aerodynamischer en de belasting van je frame wordt iets lager. Kortom, het crankstel van de ligfietsgroep is lichter en smaller dan bij de racefietsgroep.

Bij een crankstel hoort een voorderailleur, en die mag ook wel aangepast worden aan de ligfiets: kettingbladen van 60 of 65 tanden moet hij netjes doen. En aangezien ik vind dat ligfietsen niet alleen in de polder moeten rijden, dient hij een flinke tripel aan te kunnen. 30-42-60 zou heel mooi zijn voor een moderne, lichte lara. Dan kun je echt alles met zo’n ding: snoeihard door de polder én op vakantie in ruige berggebieden.

Ik twijfel over naven. Moeten die in de groep of mik je liever op complete wielen? Het is in ieder geval zo dat ik op het gebied van naven geen verschillen zie met bukfietsen. Tot nader order houden we ze er buiten.

Remmen staan daar recht tegenover. Schijfremmen zijn niet voor niets populair onder ligfietsen: dankzij het lage zwaartepunt kun je ongenadig hard remmen en met ligfietssnelheden wil je dat ook. Bovendien raakt een 20″ voorwiel bij een afdaling wel erg snel overhit als je een velgrem toepast. Wel vraag ik me af of een schijfrem altijd 160 mm doorsnee moet hebben. Puur gekeken naar het remkoppel, zou bij een 20″ een schijf van 140 mm ook wel genoeg zijn. Onderzocht zou moeten worden of dit thermisch ook verantwoord is: hoeveel heter wordt die schijf bij een afdaling?

Ik twijfel steeds meer aan het nut van een schijfrem op het achterwiel. Goed, er zijn praktische voordelen, maar voor de remkracht is het niet noodzakelijk. En een velgremmetje is wel lekker licht en simpel. Ik kies daarom voor de combinatie van een 140 mm schijfrem voor het voorwiel en een lichte velgrem voor het achterwiel; voor hora’s wordt de schijfrem gewoon 160 mm. Sinds ik de Avid BB7 uitgebreid getest heb in Noorwegen, ben ik afgevallen van het hydrauliekgeloof. In mijn groep zitten dus kabelremmen. De fabrikant van de ligfietsgroep zorgt uiteraard voor een set remgrepen die netjes op een smal bovenstuurtje passen.

Nu we toch bij het stuur zijn, ik ben groot voorstander van gripshifts. Niet alleen zijn ze licht, betrouwbaar en handig, ze zijn bij uitstek geschikt om van die fijne smalle stuurtjes te maken. Nu weet ik dat er ook ligfietsers zijn die toch liever met trigger shifters werken. Het is gelukkig niet vreemd om in een groep verschillende shiftersystemen aan te bieden, misschien blijkt dat hier ook gewenst.

En daarmee zijn we aangeland bij de achterderailleur. Wie een beetje opgelet heeft de afgelopen jaren, weet dat 10 speed de toekomst heeft. Ondanks allerlei geruchten zie ik Shimano en SRAM nog niet achter Campagnolo aanhollen richting 11-speed. In plaats daarvan is SRAM begonnen om de racefiets- en MTB-groep te standaardiseren op ëën 10-speed systeem, en dat zal Shimano ook wel gaan doen. Wel zo handig. Laten we voor de ligfietsgroep daar dan maar bij aansluiten.

Wat wil ik verder van de achterderailleur? Een paar dingen. Ten eerste vind ik het belangrijk dat je flinke keuze hebt in de capaciteit. Ligfietsers willen hun fiets vaak voor meerdere doeleinden gebruiken, en dus moet er flinke keuze zijn in verzet. Als je dit niet doet, is de groep tot mislukking gedoemd. Ligfietsers zijn eigenwijs genoeg om totaal andere spullen op hun fiets te schroeven als iets ze niet bevalt. Een derailleur als de SRAM X.0 doet dit heel goed, die kun je in drie kooilengtes krijgen. Een ander ding dat deze derailleur erg goed maakt, is de ongewoon sterke veer. Met zo’n lange ligfietsketting is dat heel fijn.

Bij een mooie derailleur hoort een mooie cassette, en in dit geval een ruime keus in cassettes. Mooie vlakke voor racen in de polder, grote jetsers voor je bergvakantie en middenmaatjes voor alledag. Die nieuwe SRAM vind ik een heel fraai ding, maar ook Shimano en Campagnolo hebben bewezen mooie, lichte en slijtvaste cassettes te kunnen maken.

En daarmee is mijn ideale ligfietsgroep compleet. Het lijstje ziet er dus als volgt uit:

  • Ligfietsspecifiek crankstel, smal en licht;
  • Voorderailleur in staat tot 30-42-60;
  • Mechanische schijfrem voor voorwiel, 140 mm of 160 mm;
  • Velgrem voor achterwiel;
  • Remgrepen voor smal stuur;
  • Gripshifts, evt trigger shifters;
  • Achterderailleur, 10 speed, met verschillende kooilengtes en een krachtige veer;
  • Riante keuze in cassettes.

Ik weet dat de ligfietsmarkt veel te klein en versnipperd is om een onderdelenfabrikant te kunnen verleiden tot het ontwikkelen van een ligfietsgroep. En ik zie in tijden van letselschadeadvocaten al helemaal geen fabrikant een crankstel op de markt brengen met de waarschuwing “recumbents only!”. Dit liglog is dan ook hoofdzakelijk een gedachtenexperiment.

Maar wat wellicht wél haalbaar is, is betere informatievoorziening door de fabrikanten, om het ligfietsers gemakkelijker te maken onderdelen uit verschillende groepen en series te combineren. En een fabrikant zou in samenwerking met een paar ligfietsfabrikanten eens goed naar het bestaande assortiment kunnen kijken, en daaruit een mooie set samenstellen. Dat kost weinig extra inspanning en het voorkomt dat het wiel telkens opnieuw moet worden uitgevonden.

Of het ooit gaat gebeuren? Geen idee. Eerst maar eens uitzoeken of SRAM de wereld gaat verblijden met een 10-speed gripshift.