Nooit eerder ging ik zo vermoeid op pad. Als ik de route rij naar Rotterdam, besef ik hoe opgesloten ik heb geleefd. Niet dat ik geen tochten had gemaakt tijdens de crisis, maar mijn huis, onze tuin en de straat naar de supermarkt waren mijn wereld geworden.

Ik ga over de kandelaarsbrug, die langdurig gesloten is geweest waardoor de korte rondjes na het werk in praktijk meestal west van de Schie waren geweest. Zelden had ik fut gehad om om te rijden naar een andere brug. Oost van de Schie was buitenland geworden.

Ik neem de pont over de Lek en fiets door Kinderdijk. Er is nu toch niemand. Het mooie van dit stukje route zit eigenlijk niet eens in de molens, hoe bijzonder ze ook zijn. Het komt daarna, als je het fietspad over de Middelkade verder volgt, de Alblasserwaard in. Een fietspad langs een lange watergang, waar het stil is, en bebouwing altijd ver weg. Het groen is intens, onder een grauwe hemel waar af en toe miezer uit valt.

Bij Gorinchem pik ik de rivier op die ik zal volgen gedurende het eerste deel van deze reis. Het is inmiddels zo droog dat ik mijn camera weer tevoorschijn heb gehaald. Dit jaar heb ik niet meer de compactcamera van vorig jaar mee, dat was echt een miskoop. Nee, ik heb een 35 mm lens gekocht voor mijn Sony A7, zodat ik weer met full frame kan fotograferen. Het werkt zo veel fijner dat ik de eerste dag al meer dan driehonderd foto’s zal schieten. Het is weer zoals in die jaren dat ik met de RX1 rondfietste.

Behalve dan dat het helemaal niet is zoals die jaren. Dit is het jaar van Corona en Corona is overal. De mondkapjes in de trams en bussen die ik zie. De nog steeds iets te stille straten, de onnatuurlijk ingerichte terrassen.

Maar het zit ook in mijzelf. In de geestelijke vermoeidheid van maandenlang verhoogde stress en gebrek aan ontspanning. De reflex mensen te vermijden. Praktische zaken waar ik opeens op moet letten. Mondkapjes, desinfectiemiddel en een koortsthermometer in mijn tas. De middag voor vertrek had ik de camping gebeld waar ik de eerste nacht wilde doorbrengen. Ik heb dat nog nooit eerder gedaan.

Dat raak je natuurlijk niet kwijt met een uurtje fietsen. Maar er komt ontspanning. Ik voel dat ik Op Reis ben. En er is het landschap en andere zaken die om mijn aandacht vragen.

Zoals het ontwijken van regen, want ik heb niet de zonnigste dag uitgekozen voor de start. De grootste bui ontwijk ik bij toeval, tijdens mijn koffiepauze in Druten. Ik zit onder een grote parasol die het net niet helemaal tegen kan houden. De camera moet ik op een stoel onder tafel leggen. Ik drink koffie tot het voorbij is.

Bij Nijmegen ben ik even in de verleiding om een espresso te gaan scoren bij Elan, maar dan zie ik een dreigende wolk boven de stad hangen en bedenk dat als ik hard doorfiets richting de Ooijpolder, ik hem wellicht net mis.

Het lukt. Ook verder stroomopwaarts fiets ik precies langs de rand van de bui. Ik ga de grens over, rij langs het langgerekte eiland dat hier in de Rijn ligt. De brug bij Emmerich komt in zicht. Daarachter regent het, maar ook dit zal ik missen wanneer ik over de brug ga.

Alleen is er een wegopbreking. De omleiding gaat recht de bui in en ik raak alsnog doorweekt. Tegen de tijd dat ik via de alternatieve route de brug nader, wordt het weer droog.

Het laatste stuk naar Megchelen is gelukkig lang genoeg om weer bijna droog te worden. Ik arriveer op ’t Oostenriek, de kleine maar prettige camping die een vast onderdeel is van mijn traditionele pinkstertocht naar Möhnesee.

De tocht die er dit jaar dus niet in zat. Het voelt goed om het nu toch een beetje in te halen. Een aantal van de vaste gasten herkent mij, dit is zo’n plek waar het leven rustig voortkabbelt en dan is de komst van een avontuurlijke ligfietser een opvallende gebeurtenis.

Even traditioneel is de wandeling naar het kleine, stille dorp. Ik maak dezelfde foto’s van dezelfde kerkjes en drink biertjes op het terras van het dorpscafé. Ook hier is het rustig en heerst de stilte van een dorp op vrijdagavond in vakantietijd.

Afgezien van een groepje jongelui twee tafels verderop. Luidruchtig praten ze over verkering, samenwonen en trouwen, en bespreken de voors en tegens van diverse dating-apps. Ik pak mijn telefoon en schrijf de eerste zinnen van dit verhaal.