Het is niet heel gebruikelijk dat een man zichzelf feminist noemt. De meeste mensen vinden dat maar vreemd. Vrouwelijke feministes worden vaak al met een scheef oog aangekeken, maar een man die zich druk maakt om vrouwenrechten is helemaal een tegennatuurlijk verschijnsel. Mannelijke feministen zijn ‘politiek correct’ – daar schijnt iets mis mee te zijn – of het zijn watjes die zich door vrouwen laten intimideren. Of nog erger, zo’n man is wanhopig op zoek, hij staat al sinds het Precambrium droog en probeert ten einde raad op deze manier bij vrouwen in het gevlei te komen.

Maar ik ben gewoon wel feminist en ik heb niet de minste moeite om daar voor uit te komen. Niet dat ik veel keuze heb, de reputatie heb ik al en ik kan toch mijn mond niet houden als ik iets seksistisch zie gebeuren. Mijn drijfveer is in de eerste plaats rechtvaardigheidsgevoel. Ik ben tenslotte ook tegen racisme, homofobie, het onderdrukken van arme mensen en het mishandelen van dieren. Ik kan niet tegen onrecht, zo simpel is het.

Waar ik in dit stukje echter over wil praten, is hoe ik als man zelf baat heb bij feminisme. Waarom mijn eigen kleine persoonlijke leventje er beter van wordt.

De eerste reden is dat ik dankzij het feminisme op een prettige manier met vrouwen door een deur kan. In een conservatieve, seksistische wereld zijn er eigenlijk maar twee manieren om met vrouwen om te gaan: Of je behandelt ze als fragiele prinsesjes, of als onderwerpen van een nogal consumptieve vorm van seks.

De fragiele prinsesjes moeten niet alleen tegen de boze buitenwereld beschermd worden. Ze hebben ook een uitgebreide gebruiksaanwijzing voor de omgang, waarin beschreven staat wanneer je als man wat moet zeggen en doen om haar gelukkig en tevreden te houden. Want dat is tenslotte jouw verantwoordelijkheid als man, zeker wanneer je een relatie met haar hebt. Veel logica is er niet te vinden in die gebruiksaanwijzing, en blijkbaar is hij geldig voor alle vrouwen die je ooit tegen zult komen. Die daar zelf geheel machteloos in zijn. Slavinnen van hun hormonen.

Was will das Weib. Een vraag die je natuurlijk niet aan de vrouw in kwestie stelt. Nee, daar ga je met andere mannen lekker over zitten filosoferen onder het genot van veel bier en bitterballen.

Dit is niet mijn idee van vriendschap of gezelligheid. Of collegialiteit. Ik kan me niet voorstellen hoe je zo afstandelijk met je medemens zou willen omgaan. En hoe je de verschillen tussen de individuen zo compleet over het hoofd kunt zien.

En dan die seks. Het is geen geheim dat ik graag seks heb met een leuk vrouw. Ik vind het iets heel moois en voel me er gelukkig ook steeds vrijer in. Maar ik zou het nooit kunnen op de consumptieve manier waar een seksistische levenshouding altijd naar toe graviteert. Zo afstandelijk, liefdeloos, zonder echte hartstocht of vriendschap. Ik kan het nu eenmaal alleen op een liefdevolle manier. Als twee mensen die in alle eerlijkheid en openhartigheid besluiten om elkaar iets moois te geven en van elkaar te genieten.

Overigens, ook bij die seksistische seksualiteit hanteren mannen gebruiksaanwijzingen. Hele internetfora worden ermee gevuld, zelfbenoemde ‘pick-up artists’ als Julien Blanc verdienen dik aan cursussen waarin eenzame mannen truukjes en methodes leren om vrouwen zover te krijgen dat ze seks willen.

Die gebruiksaanwijzingen doen mij trouwens denken aan mensen die bang zijn voor honden. Zij hebben allerlei regels voor hoe je je moet gedragen in de buurt van een hond: rechtop staan, jezelf groot maken, het beest niet aankijken, niet je tanden blootlachen, weet ik veel wat allemaal. Laatst kwam ik een blogpost tegen met maarliefst zeventien punten over hoe te handelen wanneer je tijdens het fietsen een hond tegenkomt.

Wat deze mensen niet beseffen, is dat honden emotionele en sociale dieren zijn. Honden hebben een sterke behoefte aan gezelligheid, aandacht, liefde en speelsigheid. Ze kennen liefde, verlegenheid, plezier en nieuwsgierigheid, angst en boosheid ook, ze kunnen schrikken en zijn helaas vaak eenzaam. Net als wijzelf.

Ik benader elke hond met de houding “Hee, wie ben jij, zullen we vriendjes worden?”. Dat is de enige regel die ik ken. En nee, het klikt niet met elke hond, want ook honden zijn individuen, er zijn er geen twee hetzelfde. Maar ik heb nooit problemen met ze. Nooit. Integendeel, de meesten zijn blij met mijn gezelschap. Zonder dat ik die regeltjes ken. Een gebruiksaanwijzing is voor machines. Bij wezens van vlees en bloed werkt het alleen maar averechts.

Wij mensen zijn natuurlijk niet anders. Ook wij zijn sociale, emotionele dieren. Individuen met grote verschillen onderling. Ons past geen gebruiksaanwijzing, het gaat om het leggen van een emotionele connectie. Of het nou gaat om een toevallige gesprekspartner bij de bushalte, een vriend, een sekspartner, of de liefde van je leven.

Dat het niet altijd meevalt om je daar voor open te stellen, begrijp ik. Zeker wanneer het gaat om een contact tussen mensen van verschillende genders en al helemaal wanneer er een zekere seksuele spanning is. We zijn allemaal opgegroeid in een conservatieve, seksistische samenleving. Menigeen komt uit een traditioneel nest. Overal zitten vastgeroeste gedrags- en verwachtingenpatronen. Zeker ook bij vrouwen. Niemand is geheel vrij van seksistische reflexen. Daar overheen stappen vraagt inzicht, moed soms, en het besef dat het kan en mag.

Maar godenlief, ik wil gewoon wél die emotionele connectie kunnen leggen met vrouwen, of dat nou vriendschappelijk, seksueel of een mengvorm daarvan is. Ik wil me op mijn gemak kunnen voelen bij vrouwen, ik wil met ze kunnen omgaan als mensen, als individuen, als de wezens waar ik me zo sterk mee verwant voel. En als daar een vorm van seks aan te pas komt, wil ik ook dat op mijn eigen, emotionele manier kunnen doen.

Seksisme zit alleen maar in de weg.

Zoals zo vaak, is er een mannelijke kant van de seksistische medaille. Want ook voor mannen is een sterk verwachtingenpatroon. Ook mannen zitten in een keurslijf. Ik heb daar al dingen over geschreven, en reken er maar op dat ik de komende tijd daar nog veel meer woorden aan ga wijden.

In elk geval, dit keurslijf past mij niet. De strijd om de top van de apenrots zal ik nooit voeren. Ik ben gevoelig en kan dat niet onder stoelen of banken steken. Ik ben graag met mijn uiterlijk bezig en hou van dansen. Vlees eet ik niet en dan heb ik ook nog eens geen auto. Allemaal dingen die niet passen bij een echte man, volgens de traditionele mores.

De afgelopen jaren ben ik me aan dit keurslijf aan het ontworstelen. Wat een bevrijding is dat. Alsof ik uit een lange nachtmerrie ontwaak. Ik geloof er geen moer van dat andere mannen er wel gelukkig van worden als de samenleving voor ze bepaalt hoe ze man dienen te zijn.

Daarom ben ik feminist. Niet alleen omdat ik van mensen hou en wil dat alle mensen een volwaardig bestaan kunnen leiden zonder achterstelling, uitbuiting en geweld. Het is ook omdat ik als man zélf geen mooi leven kan leiden zonder feminisme.