Alles werd anders het moment dat ik mijn eigen route ging volgen. Meteen ging mijn route langs mooie rivieren, door heerlijk groene bossen. Over rustige weggetjes die over de heuvels golfden. Weg waren de saaie wegen door naargeestige streken met half uitgestorven dorpjes en dichtgeschilderde winkelruiten. Er kwam rust in mijn hoofd en kracht in mijn lichaam.

En niet alleen de landschappen waren opeens zoals mijn ziel ze nodig had. Ook de dorpjes en stadjes waar ik doorheen kwam waren levendig. Koffie drinken was een vanzelfsprekendheid. Naar een supermarkt hoefde ik niet meer te zoeken, ik kwam ze vanzelf tegen.

Het zou natuurlijk allemaal toeval kunnen zijn. Of dat het puur aan mijn veranderde gemoedstoestand lag. Maar eigenlijk denk ik dat de routes die ik tot dan toe gevolgd had, van een karakter waren dat niet bij mij past. Zowel ‘Fietsen naar Barcelona’ als ‘Langs oude wegen’ zijn erg gericht op bezienswaardigheden. Alleen ben ik een fietser die voor mooie landschappen en natuur gaat.

Dat hoeft elkaar niet te bijten natuurlijk, maar op deze routes blijkbaar wel. Nogal wat bezienswaardigheden bevinden zich op plekken waar ik liever met een ruime boog omheen fiets. En als in een mooi landschap geen bijzondere kathedraal te vinden is, zal ik het niet eens opmerken, laat staan missen.

Opmerkelijk genoeg waren ze er wel op deze nieuwe route. De eerste avond al kampeerde ik in Chambon-sûr-Voueize, een prachtig middeleeuws stadje. Ik had niet de beste dag uitgekozen, aangezien er uitgerekend die avond een monstertruckfestijn was, op tweehonderd meter van de camping. Na de afwas wandel ik daarom naar het oude centrum, waar zowaar een terrasje open is. Ik drink één glas wijn en loop verder naar een parkje. Hier zit ik een uur op een bankje en kijk uit op een stokoude romaanse brug.

Wat ik al die tijd tevergeefs had gezocht in Frankrijk, was er opeens.

Het was geen momentopname. Een dag later ben ik in een plaatsje waar ik zonder moeite lekker uit eten kan. Ik fiets verder langs oude kanalen en kom terecht in een prachtige wijnstreek. Historische stadjes en eindeloze wijngaarden, omringd door uit natuursteen gestapelde muren. Die avond kampeer ik op een primitieve maar voor een fietser zeer comfortabele camping aan de Saône. Hier heb ik een uitzicht op de rivier dat niet onderdoet voor wat ik in voorgaande jaren had aan de Oder en de Elbe.

Het absolute hoogtepunt van dit traject was de Doubs. Een rivier waar ik nog nooit van had gehoord. Het is die dag regenachtig, maar dat maakt me niet uit. De prachtige rivier tussen de steile heuvels maakt mij zielsgelukkig.

Bij Besançon kijk ik tegen een hoge, schijnbaar verticale rots op, met bovenop een enorme burcht. Op de GPS lijkt de route er dwars doorheen te gaan. Het is geen fout, ook hier is weer zo’n scheepvaarttunnel met jaagpad als ik eerder langs de Maas vond. Deze is nog spectaculairder.

Bezienswaardigheden. Ik fiets er vanzelf wel tegenaan, als ik kies voor mooie landschappen.

Het is alweer zonnig wanneer ik ongemerkt de Doubs inruil voor de Allan. Ook deze rivier is deels gekanaliseerd, en dit kanaal gaat ergens ongemerkt de waterscheiding tussen Rhône en Rijn over. Ik merk het pas als me opvalt dat bij de sluizen de waterstand lager wordt in plaats van hoger.

Bij Neuenburg am Rhein is de brug naar Duitsland. Het eerste wat ik doe is een Eiskafé opzoeken voor een Becher zoals je die alleen in Duitsland kunt vinden.